Samenvatting
Na jaren te hebben geschreven over de verbeelding van vrouwen in de cultuurgeschiedenis, besloot Maaike Meijer de literatuur, films en series van mannelijke makers en dito hoofdpersonages een nieuwe kans te geven. En wat ze daar vond, verraste haar: het wemelt er van de geschiedenissen die een uitgesproken antiheld tot onderwerp hebben, die haaks staat op het gangbare maatschappelijke mannelijkheidsbeeld. Meijer beschouwt deze verhalen niet als universeel, maar specifiek als mannenverhalen, en opent nieuwe vensters op ‘het mannenvraagstuk’. Ze herleest onder meer Melville, Wolkers, Te Gussinklo, Hermans en Houellebecq, kijkt naar Casablanca, The Power of The Dog, Dolor y Gloria, The Big Lebowski, One Flew Over the Cuckoo’s Nest, en naar tv-series als Borgen en The Queens’ Gambit. Ze herschrijft freudiaanse verhalen over castratie-angst en penisnijd, onderzoekt haar eigen relatie tot genderfluïditeit, beschrijft de mannelijkheid in zichzelf en beschouwt het mannelijk lijden met een even kritische als empathische blik.