Samenvatting
Bij Rhenen duikt uit het Rijndal steil de Utrechte Heuvelrug op. Dit relict uit de voorlaatste ijstijd is de eerste Nederlandse hoogte vanaf de kust. Op de zuidelijke flank van deze rug vestigden zich duizenden jaren geleden de eerste bewoners. Van de plaatsen waar ze woornden en werkten, is al lang niets meer te zien. Hun laatste rustplaatsen daarentegen liggen nog op honderden plaatsen verscholen in de bossen: grafheuvels uit de Nieuwe Steentijd, Bronstijd en IJzertijd. Vergeleken bij andere regio's is in deze heuvels weinig archeologisch onderzoek gedaan, zodat er nog veel vragen te beantwoorden zijn over het prehistorisch bestaan in dit gebied. Dit boek gaat over twee van deze heuvels, gelegen op de Elsterberg. Hoewel ze niet compleet zijn opgegraven, hebben ze bij verschillende gelegenheden toch intrigerende informatie opgeleverd over de mensen die ze aanlegden. In combinatie met andere vondsten uit de omgeving wordt duidelijk dat de omgeving van Elst in de prehistorie een dynamisch gebied moet zijn geweest, met eigen gebruiken. Er valt nog genoeg te ontdekken op de rand van de rug.