Samenvatting
Acceptatie- en commitmenttraining Leerkrachten die met hart en ziel voor de klas staan en doen wat werkt, hebben een grote impact op kinderen en op de wereld. Juist nu is het tijd om te investeren in de leerkracht. Niet alleen in didactiek en methoden, maar vooral ook in de mens achter de leerkracht. Psychologische flexibiliteit in het onderwijs is een gedegen en praktisch boek voor het primair onderwijs. Het helpt je om te onderzoeken of je je energie inzet op een manier die het effect heeft wat je beoogt. Het boek is voor elke leerkracht te gebruiken om kinderen op een wetenschappelijk onderbouwde manier te kunnen begeleiden, maar ook om de eigen psychologische flexibiliteit te vergroten. Alles onder controle willen hebben, altijd sterk zijn en anderen niet lastig willen vallen werkt op de lange termijn niet. Bij psychologische flexibiliteit richt je je op: Doe wat werkt en waardevol is, kies vanuit innerlijke kracht voor kwetsbaarheid en doe het samen en in verbinding met elkaar. Dit boek is gebaseerd op de nieuwste en baanbrekende inzichten vanuit gedragswetenschap en evolutiewetenschap en maakt de vertaalslag naar de mens achter de leerkracht en de dagelijkse onderwijspraktijk in vorm van acceptatie- en commitmenttraining. Het boek bestaat uit vier delen, we gaan achtereenvolgens in op: algemene kennis over de mens en menselijk gedrag, psychologische flexibiliteit van de leerkracht, psychologische flexibiliteit van de kinderen, en systemische flexibiliteit in de context van de school.
Inhoudsopgave
1 Inleiding: doen wat werkt met hart en ziel 15 1.1 Het beroep van de leerkracht: veelzijdig en veeleisend 15 1.2 Een brug van psychologisch onderzoek naar onderwijs 17 1.3 Over acceptatie- en commitmenttraining 18 1.4 Waar ACT toe kan leiden 19 1.5 Waarom wij dit boek hebben geschreven 20 1.6 Leeswijzer 22 DEEL I WAT BETEKENT HET OM EEN MENS TE ZIJN? 25 2 Emoties helpen ons te overleven 27 2.1 Mensen zijn gericht op overleven en evenwicht 27 2.2 Het emotieregulatiesysteem 27 2.2.1 Het stresssysteem 28 2.2.2 Het activeringssysteem 29 2.2.3 Het kalmerende systeem 28 2.2.4 De systemen herkennen 30 2.3 Het stresssysteem draait overuren 31 2.4 Zelfzorg is essentieel voor jou als leerkracht 32 3 De basisbehoeften van een mens 33 3.1 Vier basisbehoeften van de mens 33 3.2 De basisbehoefte ‘veiligheid en controle’ 33 3.3 De basisbehoefte ‘eigenheid’ 35 3.4 De basisbehoefte ‘sociaal contact’ 37 3.4.1 Mensen zijn sociale dieren 37 3.4.2 Lummelen is goed voor ons sociale contact 39 3.4.3 Sociale alarmbellen 39 3.4.4 Prosociaal en antisociaal 40 3.5 De basisbehoefte ‘zorg voor het lichaam’ 41 3.5.1 Beweging 42 3.5.2 Gezonde voeding 43 3.5.3 Voldoende rust en slaap 43 3.5.4 Medische zorg 44 Zes tips over grenzen, wensen, behoeften aangeven 46 4 Het gedrag van de mens onder de loep 49 4.1 We doen wat we altijd doen 51 4.2 De basis van al ons gedrag 51 4.2.1 Conditionering 51 4.2.2 Modeling 54 4.2.3 Instructie 54 4.3 Taal maakt alles anders 54 4.3.1 Het verschil tussen dolfijnen en kinderen 55 4.3.2 Wat doet taal eigenlijk? 55 4.3.3 Verbaal gedrag maakt ons gedragsrepertoire flexibel en complex 56 4.3.4 Verbaal gedrag is sociaal gedrag 56 4.3.5 Verbaal gedrag maakt gedrag van mensen moeilijk te voorspellen en te beïnvloeden 56 4.4 Controle over gedrag 57 4.4.1 Drie soorten gedrag 58 4.4.2 Als het alarm afgaat 58 5 De vijfde basisbehoefte: gelukkig zijn. Noodzaak of mythe? 59 5.1 De vijfde basisbehoefte 59 5.2 Gelukkig zijn, kun je dat bereiken? 59 5.3 Streven naar geluk is een valkuil 62 5.4 Waarom kunnen we onze innerlijke ervaringen niet zelf aan- en uitzetten? 64 5.4.1 We moeten overleven 64 5.4.2 De kracht van verbaal gedrag 64 5.5 Juf Els is niet stom, juf Els is een mens 64 Acht tips om een burn-out te voorkomen 67 DEEL II WERKEN AAN JOUW PSYCHOLOGISCHE FLEXIBILITEIT ALS LEERKRACHT 69 6 ACT en psychologische flexibiliteit 71 6.1 Heb jij ook demonen op jouw boot? 71 6.2 Psychologische flexibiliteit 75 6.3 ACT-vaardigheden voor psychologische flexibiliteit 75 6.4 Psychologische rigiditeit 75 7 Ik geloof niet alles wat ik denk 79 7.1 Verbaal gedrag: relational frame theory (RFT) 79 7.1.1 Hoe leren we verbaal gedrag? 80 7.1.2 Direct relateren 80 7.1.3 Relaties afleiden 81 7.1.3 Wat betekent dit alles in de dagelijkse praktijk? 85 7.2 Wanneer is verbaal gedrag handig? 85 7.2.1 Verbaal gedrag vergroot de controle over onze omgeving 85 7.2.2 Ordenen, voorspellen en regels maken 86 7.2.3 Van perspectief wisselen 86 7.2.4 Van perspectief wisselen op sociaal gebied 87 7.2.5 Samenwerken 87 7.3 Wanneer is verbaal gedrag niet handig? 88 7.3.1 We relateren onszelf gek 88 7.3.2 Overleven in plaats van voluit leven 89 7.3.3 Nooit goed genoeg 89 7.3.4 Problemen door probleemoplossing 90 7.3.5 Fusie met je gedachten 91 7.4 Hoe kun je loskomen van gedachten als ze niet handig zijn? 92 7.4.1 Geef je denksysteem iets anders te doen 92 7.4.2 Defusie 92 7.4.3 Waarom defusie? 93 7.4.4 Wanneer kun je defusie toepassen? 93 7.4.5 Zie het denksysteem zoals het is 94 7.4.6 Spelen met vorm 95 7.4.7 Wat moet jij van jezelf? 96 7.4.8 Welk verhaal vertel jij jezelf? 98 7.5 Je leergeschiedenis bepaalt je denkpatronen 98 Zes tips voor als je twijfelt aan jezelf als leerkracht 101 8 Ik richt mijn aandacht op het hier-en-nu en sta open voor wat ik ervaar 103 8.1 Wat is mindfulness? 103 8.2 Met mindfulness ACT-vaardigheden trainen 104 8.3 Mythes over mindfulness 105 8.4 Mindfulness toepassen 106 8.4.1 Mindfulnessoefeningen 106 8.4.2 Mindfulness in het dagelijks leven 108 8.5 Valkuilen bij mindfulness 109 8.5.1 Doelen stellen 109 8.5.2 Verzet tegen afleiding 110 8.5.3 Oefenen kan onaangenaam zijn 110 8.5.4 Worstelen met oordelen 110 8.5.5 De digitale wereld 111 8.6 Omgaan met emoties 111 8.6.1 Mindfulness en emoties 112 8.6.2 Geef gevoelens de ruimte 112 8.6.3 Omgaan met de emotie van de ander 116 Acht tips om gezond met je emoties om te gaan op school 118 9 Ik kijk bewust naar mijn ervaringen 121 9.1 Ons denksysteem houdt van hokjes 122 9.2 Het zelf als inhoud: jouw verhaal over jezelf 124 9.3 Het zelf als proces: wat jij ervaart in het hier-en-nu 125 9.4 Het observerende zelf: het perspectief van de waarnemer 126 10 Compassie 131 10.1 De metafoor van de twee leerkrachten 131 10.2 Wat is zelfcompassie? 131 10.2.1 De demonen op je boot en zelfcompassie 131 10.2.2 We zijn vaak erg streng voor onszelf 132 10.2.3 Mildheid 133 10.2.4 ACT en zelfcompassie 134 10.3 Hoe doe je aan zelfcompassie? 134 10.4 Zelfcompassie is niet altijd makkelijk 139 10.5 Met zelfcompassie omgaan met stress 140 10.6 Zelfcompassie versus zelfvertrouwen 140 10.7 Compassie naar anderen 142 Zes tips voor als je iets stoms hebt gedaan 144 11 Ik weet wat ik belangrijk vind 147 11.1 Wat zijn waarden? 147 11.2 Waarom zijn waarden belangrijk? 148 11.3 Hoe herken je je waarden? 148 11.4 Wat zijn jouw waarden als leerkracht? 149 11.4.1 Inzicht krijgen in jouw waarden 149 11.4.2 Wat heeft je geraakt? 152 11.4.3 De queeste naar waarden 153 11.4.4 Hoe zit het met talent? 155 12 Ik kies bewust wat ik doe 159 12.1 Actie in de taxi 159 12.2 Bewust keuzes maken 160 12.3 Twee kanten van de medaille 162 12.4 Bereidheid is een keuze 163 12.5 Van waarden naar doelen en acties 165 12.6 Navigeren door keuzes te maken 167 Tien tips voor als er nooit een einde lijkt te komen aan je to-dolijst 169 13 Zet je ACT-vaardigheden in op je reis 173 13.1 Het effect van ACT en mindfulness 173 13.2 Aan de slag met ACT: waardegerichte acties ondernemen 174 13.2.1 Concreet stappen zetten in de richting van je waarden 174 13.2.2 Waar kun je beginnen? 175 13.2.3 Een symbool voor waarden 175 13.2.4 Je hoeft het niet alleen te doen 176 13.2.5 Doe de bereidheidscheck 176 13.2.6 Dappere daad 177 13.2.7 Hobbels en bobbels 178 13.2.8 Je leert elke dag 178 13.3 Aan de slag met ACT: je ACT-vaardigheden inzetten op lastige momenten 179 Vijf tips voor als je regelmatig anders reageert dan je eigenlijk wilt 183 DEEL III KINDEREN BEGELEIDEN NAAR MEER PSYCHOLOGISCHE FLEXIBILITEIT 185 14 Verander de context, begin bij jezelf 187 14.1 Wees de compost, de zon en de regen 187 14.2 Pedagogische stijl 188 14.2.1 De begeleidende pedagogische stijl 189 14.2.2 Waarden van de begeleidende pedagogische stijl 190 14.3 Een stevig fundament voor ontwikkeling: aandacht voor de basisbehoeften 193 14.3.1 Aandacht is ook een behoefte 194 14.3.2 Wat heeft het kind nodig? 194 14.3.3 Jouw houding bepaalt het contact 195 14.3.4 Competitie versus prosociaal 196 14.4 Oog voor de functie van gedrag 197 14.5 Kinderen helpen door het gebruik van ACT-taal 198 14.5.3 Metaforen voor de ACT-vaardigheden 203 14.6 Over intrinsieke en extrinsieke motivatie, straffen en belonen 204 14.6.1 Wat komt er kijken bij motivatie? 204 14.6.2 Welke bekrachtigers hebben invloed op de motivatie van een kind? 206 14.6.3 Zelfsturing, intrinsieke motivatie en psychologische flexibiliteit 207 14.6.4 Straffen en waarom dat niet handig is 207 14.6.5 Wat werkt dan wel? 210 14.6.6 Conclusie over motivatie, straffen en belonen 212 14.7 Eigenaarschap, spelen en ontdekken 212 14.7.1 Eigen voorkeuren ontdekken 213 14.7.2 Spelen is leren 213 14.7.3 Ontdekken 214 14.7.4 Falen, opnieuw falen, steeds beter falen 214 14.7.5 Helpen bij uitstelgedrag 215 14.8 Regels versus afspraken 216 14.8.1 Regels lijken houvast te geven 216 14.8.2 De nadelen van regels 216 14.8.3 Doe de waardencheck 217 14.8.4 Gezamenlijke waarden in plaats van regels 218 14.9 Complimenten geven en labels plakken 219 14.9.1 Onze interne criticus 219 14.9.2 Complimenten 220 14.9.3 Mogen zijn wie we zijn 221 14.9.4 Wat kun je doen in de klas? Van oordelen naar effectieve feedback 221 14.10 Omgaan met emoties 224 14.10.1 Emoties mogen gevoeld worden 224 14.10.2 Door emoties niet meer voor rede vatbaar 226 14.11 Conflicten als oefenterrein 227 14.11.1 Begeleiden van conflicten in twee stappen 227 14.12 Het volle bordje van de leerkracht 229 Elf tips voor een goed gesprek 231 15 Oefenen met ACT-vaardigheden in de klas 235 15.1 Valkuilen en handvatten bij de toepassing 235 15.1.1 Jij bent de basis 235 15.1.2 Rekening houden met het ontwikkelingsniveau 235 15.1.3 Als een kind het lastig vindt 236 15.2 Ik geloof niet alles wat ik denk: defusie 238 15.3 Ik richt mijn aandacht op het hier-en-nu en sta open voor wat ik ervaar (acceptatie): mindfulness 243 15.4 Ik kijk bewust naar mijn ervaringen: het observerende zelf 249 15.5 Ik ben mild voor mezelf en anderen: compassie 253 15.6 Ik weet wat ik belangrijk vind: waarden 256 15.7 Ik kies bewust wat ik doe: toegewijde actie 258 15.8 Inzicht in de binnenwereld 260 15.9 Transfer van de oefeningen naar het dagelijks leven 267 Vier tips voor als je meer lol wilt hebben voor de klas 269 16 Probleemgedrag in context 271 16.1 Probleemgedrag hangt samen met psychologische rigiditeit 271 16.2 Het verschil tussen vervelend gedrag en probleemgedrag 272 16.2.1 Vervelend gedrag, maar geen probleemgedrag 272 16.2.2 Voorbeelden van probleemgedrag 273 16.2.3 Probleemgedrag of stoornis? 274 16.3 Waar werken we naartoe? Ontwikkelingsgericht gedrag 276 16.4 Invalshoek 1: gedachten en gedrag 277 16.4.1 Welke gedachten beïnvloeden het probleemgedrag? 277 16.5 Invalshoek 2: de functie van gedrag 278 16.5.2 De functie van het richten van de aandacht 282 16.5.3 Functie: vervullen van basisbehoeften 283 16.5.4 Zit je met het kind in een negatieve spiraal van actie-reactie? 287 16.6 Invalshoek 3: vaardigheden en gedrag 291 16.7 Een plan van aanpak 292 16.7.1 Voorbeeld van een gedragsanalyse bij Sacha 292 16.7.2 Voorbeeld van een gedragsanalyse bij Jason 294 16.7.3 Je aanpak krijgt vorm 295 16.7.4 Als het probleemgedrag hardnekkig is 295 Acht tips voor als je even niet meer weet wat je aan moet met een kind of de groep 297 DEEL IV DE SCHOOLOMGEVING 299 17 ACT op school: doen wat werkt met hart en ziel 301 17.1 Aandacht voor de vier basisbehoeften in de school 301 17.1.1 Basisbehoeften van kinderen en teamleden 301 17.1.2 De basisbehoefte ‘sociaal contact’ 303 17.1.3 De basisbehoefte ‘veiligheid en controle’ 303 17.1.4 De basisbehoefte ‘eigenheid’ 304 17.1.5 De basisbehoefte ‘zorg voor het lichaam’ 305 17.2 Focus op psychologische flexibiliteit en systemische flexibiliteit 306 17.2.1 Psychologische flexibiliteit op school 306 17.2.2 Systemische flexibiliteit 306 17.3 Prosociale model 307 17.3.1 Prosociaal 307 17.3.2 Evolutie en Prosociaal 308 17.3.3 De acht basisprincipes voor een optimale groepsorganisatie 308 17.3.4 Toepassing van het prosociale model 311 Nawoord 313 Woord van dank 315 Boekentips 317 Bronnen 319 Begrippenlijst 327 Over de auteurs 333