Samenvatting
In de beroepspraktijk komen professionals geregeld voor vraagstukken te staan waar niet één-twee-drie een antwoord op te geven is. Aan hen daarom de taak die praktijkvraagstukken op een bepaalde manier te lijf te gaan. Soms alleen, maar veel vaker samen met collega’s van verschillende niveaus en uiteenlopende disciplines. En soms zelfs afkomstig uit andere bedrijven of instellingen.Om studenten hierop voor te bereiden worden ze getraind in het uitvoeren van projecten. Aan de hand van theoretische modellen bedenken studenten oplossingen voor complexe beroepsvraagstukken. In het begin wordt de beroepspraktijk vooral nagebootst, maar naar mate de studie vordert, werken studenten vaker aan projectopdrachten uit de reële beroepspraktijk. Studenten leren hiermee zelf het werk te zien, zichzelf opdrachten te geven, planmatig te werken en zelf op onderzoek uit te gaan. Dit alles stelt hoge eisen aan de docenten die de projecten ontwikkelen. Hoe zorg je ervoor dat die passen in het curriculum? Hoe werk je samen met reële opdrachtgevers uit de praktijk? Hoe kun je hun praktijkvragen verrijken zodat er een zinvol onderwijsproject ontstaat? Of andersom: hoe bewerk je een ingewikkeld beroepsprobleem tot een project waar ook eerstejaars mee aan de slag kunnen? En welke rol is weggelegd voor (docent)begeleiders, inhoudelijke experts, et cetera? Op dit soort vragen geeft dit praktijkboek antwoord.