Samenvatting
Preventieve interventies nemen hand over hand toe. Het aanbod varieert van reclamecampagnes en voorlichtingssites tot en met een screeningsaanbod, leefstijlverandering, een vettaks of extra zorgpremie. Voorkomen is immers beter dan genezen. Preventie is niet normatief neutraal: het veronderstelt dat mensen gezond willen zijn, en daar ook veel voor over hebben. Toch stijgt het aantal mensen met overgewicht gestaag, ook in Nederland, en nemen gezondheidsklachten als gevolg van roken en alcohol nog steeds toe. Gezondheid staat in de praktijk blijkbaar niet altijd bovenaan. In deze bundel wordt stilgestaan bij ethische vragen van preventie: hoe vanzelfsprekend is het om collectieve gezondheid te willen stimuleren en hoeveel mag dit van een individu vragen? Is het betuttelend om mensen voor te lichten, of is van paternalisme, een ander woord voor betuttelen, pas sprake als mensen niet zelf kiezen? In deze bundel wordt in casuïstiek uitgebreid aandacht besteed aan het thema overgewicht bij kinderen. Een belangrijke vraag is of het aan ouders is om te bepalen wat hun kinderen eten en of zij voldoende bewegen, of dat school en overheid daar ook invloed op mogen uitoefenen. Zijn ouders die hun kinderen obees laten worden foute ouders en kunnen zij zelfs van kindermishandeling beticht worden? Mag je obese kinderen dwingen om af te vallen? Hoe ver mag je in het algemeen eigenlijk gaan met voedingsadviezen en preventieve interventies? Mag je ouders die vaccinatie weigeren ook meer onder druk zetten? En mag je een kind dat in jouw ogen verwaarloosd wordt, weghalen uit de thuissituatie als jeugdzorg niet snel reageert? Deze en andere vragen komen aan bod in deze bundel. Voor wie beroepshalve met preventie te maken heeft, maar ook zeker ook voor studenten die de (jeugd-)zorg in willen is dit boek een aanrader.