Samenvatting
Veel leraren en leraren-in-opleiding voeren praktijkonderzoek uit in hun eigen school en zoeken op systematische wijze naar antwoorden op vragen die hun onderwijspraktijk oproept. Dit leidt tot kennis over en inzicht in de dagelijkse onderwijspraktijk en tot oplossingen voor praktijkproblemen die zij in hun werk signaleren. Praktijkonderzoek is een professionele leerstrategie die beschouwd kan worden als een vorm van kwaliteitszorg die in de praktijk verankerd is. De methodiek kenmerkt zich door een krachtige verbinding tussen onderzoeken en innoveren. Onderwijsprofessionals vormen de motor achter leer- en verbetertrajecten die vanuit de beroepspraktijk ontstaan. Praktijkonderzoek in de school is in Nederland en België een standaardwerk geworden in de lerarenopleidingen en onderwijspraktijk voor het voorbereiden en uitvoeren van deze vorm van onderzoek. Aan de hand van praktische voorbeelden en technieken zijn de basisprincipes van praktijkonderzoek vertaald naar de beroepspraktijk van het onderwijs vanuit een realistische visie op de waarde die het onderzoek kan hebben voor de school, de leraren, de leerlingen en hun ouders. In de uitgave staan de zeven kernactiviteiten van praktijkonderzoek centraal: oriënteren, richten, plannen, verzamelen, analyseren en concluderen, ontwerpen en rapporteren en presenteren. Vanuit het buitenland is er toenemende interesse voor de succesvolle uitgave. Zo wordt de methodiek al jaren toegepast in Duitsland en zal deze spoedig ook in de Verenigde Staten en Brazilië op de markt verschijnen. De auteurs hebben Praktijkonderzoek in de school volledig geactualiseerd en onder meer informatie toegevoegd over: Het uitvoeren van een contextanalyse
Bij praktijkonderzoek is de beroepscontext nadrukkelijk verbonden aan het onderzoeksproces en de opbrengsten daarvan. In deze nieuwe versie bieden de auteurs de lezer een kader aan de hand waarvan de beroepscontext bij het doorlopen van de kernactiviteit ‘Oriënteren’ in kaart kan worden gebracht. Het afbakenen van een praktijkprobleem
Met het doorlopen van de kernactiviteit ‘Oriënteren’ wordt het praktijkprobleem in de breedte verkend(divergeren). Tijdens de daaropvolgende kernactiviteit ‘Richten’ wordt bepaald wat wel en wat niet onderzocht gaat worden (convergeren). De keuzes die gemaakt worden om het praktijkprobleem af te bakenen, worden onderbouwd aan de hand van eigen ervaringen, data uit de praktijk en inzichten uit de literatuur. In deze vierde herziene druk wordt de lezer met behulp van diverse praktische technieken ondersteund bij het verantwoorden van deze keuzes. Het kiezen van methoden van dataverzameling
Bij praktijkonderzoek kunnen verschillende methoden voor dataverzameling worden ingezet. Deze methoden leveren verschillende soorten data op; voorgestructureerde (kwantitatieve) data dan wel minder gestructureerde (kwalitatieve) data, of een combinatie daarvan. Deze vierde herziene versie biedt de lezer aanvullende ondersteuning bij het kiezen van de methoden van dataverzameling voor zijn of haar praktijkonderzoek. Het divergeren en convergeren bij ontwerponderzoek
Ontwerpen is een systematisch proces, maar vraagt ook om de nodige creativiteit. Er worden creatieve technieken ingezet om verschillende ontwerpideeën te genereren (divergeren), waarna een keuze wordt gemaakt (convergeren) voor het best passende idee. In deze nieuwe versie worden verschillende technieken aangeboden die hierbij van waarde kunnen zijn. Het gebruikmaken van theorie gedurende het onderzoek
Bij een praktijkonderzoek wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van theoretische bronnen en wordt de theorie verbonden met de praktijk. Mede op basis hiervan ontstaan nieuwe inzichten en/of worden bestaande inzichten getoetst in de praktijk. In deze nieuwe versie wordt de lezer nadrukkelijker ondersteund bij het benutten van theorie in verschillende fasen van zijn of haar praktijkonderzoek. Het onderscheid tussen methodologische kwaliteit, bruikbaarheid en overdraagbaarheid bij de spelregels van praktijkonderzoek
Voor praktijkonderzoek gelden specifieke criteria voor methodologische kwaliteit, bruikbaarheid en overdraagbaarheid, die recht doen aan de eigenheid van onderzoek van professionals dat gericht is op praktijkproblemen. In deze nieuwe uitgave zijn de richtlijnen nadrukkelijk verbonden aan de methodologische kwaliteit, bruikbaarheid en overdraagbaarheid, op basis waarvan criteria kunnen worden bepaald voor het uitvoeren, evalueren en beoordelen van onderzoeksopdrachten. Het onderscheid tussen kennisgericht praktijkonderzoek en ontwerponderzoek
De auteurs onderscheiden twee vormen van praktijkonderzoek; kennisgericht praktijkonderzoek en ontwerponderzoek. Waar de eerste vorm zich richt op het verkrijgen van diepgaande inzichten in de eigen praktijk, staat bij de tweede vorm ook het oplossen van praktijkproblemen en daarmee de verbetering van de praktijk centraal. In vergelijking met voorgaande edities wordt het kennisgericht praktijkonderzoek en het ontwerponderzoek nu meer in samenhang besproken. Zo krijgt het ontwerponderzoek niet alleen aandacht in hoofdstuk 8, maar ook in de andere hoofdstukken. Praktijkonderzoek in de school is zowel bedoeld voor aankomende leraren in Nederland en België als voor professionals die al in het onderwijs werkzaam zijn. Cyrilla van der Donk en Bas van Lanen hebben jarenlange ervaring met praktijkonderzoek in het hoger onderwijs in Nederland, België en Duitsland. De auteurs hebben diverse boeken in binnen- en buitenland geschreven op het gebied van praktijkonderzoek.