Samenvatting
In het scholenlandschap van vandaag spelen schoolleiders meer dan ooit een sleutelrol. Deze wordt steeds meer divers en veeleisend. De overheid verwacht immers dat scholen meer en meer een eigen lokaal beleid voeren. Tegelijkertijd vinden er allerlei processen van schaalvergroting plaats, denk maar aan de invoering van scholengemeenschappen. Ook in het onderzoek en de theorievorming over schoolleiderschap deed er zich een verschuiving voor. Deze evoluties worden in dit boek in kaart gebracht. Het boek biedt een overzicht van omschrijvingen, conceptualiseringen en onderzoek over schoolleiderschap. De onderzoekers wijzen op een patstelling tussen enerzijds benaderingen die de formele schoolleider centraal stellen en anderzijds benaderingen die leiderschap zien als een organisatorische functie die feitelijk gestalte krijgt door het handelen van meerdere organisatieleden. Verder stellen zij vast dat het merendeel van de literatuur de instrumentele of taakdimensie van schoolleiderschap beklemtoont, terwijl het ook een relationele en emotionele aangelegenheid is. In recent onderzoek krijgt deze belevingsdimensie steeds meer aandacht. Ten slotte wordt het (beperkte) onderzoek over schoolleiderschap en schaalvergroting in kaart gebracht.
De auteurs presenteren een omvattend en integrerend conceptueel kader van schoolleiderschap. Dat kader is relevant voor onderzoekers, maar ook voor professionals die te maken hebben met het 'leiden' van scholen en scholengemeenschappen: het biedt hen een 'kaart' om op een meer systematische manier om te gaan met de complexe realiteit van schoolleiderschap .