Samenvatting
Praag, 1599. Christian Stern, de ambitieuze bastaardzoon van de prins-bisschop van Regensburg, is net in de stad aangekomen. Op zijn eerste avond daar vindt hij het lichaam van een jonge vrouw, half begraven in de sneeuw, haar keel op beestachtige wijze doorgesneden.
Ze blijkt niemand minder dan de minnares van de keizer, en er zijn allerlei verdachten. Stern wordt door de keizer zelf in dienst genomen om de moord te onderzoeken. Tijdens zijn speurtocht naar de dader verdwaalt hij in de schim¬mige wereld van het hof – verzwegen zaken, in code geschreven brieven en bit¬tere rivaliteit. Er is geen weg terug, Stern zit er tot over zijn oren in...