Fragment
1
Vaag drongen geluiden tot Martin door. Stemmen die door een dikke kolkende brei heen probeerden te dringen.
'Zou het nog lang duren voor hij bijkomt?'
'Volgens de dokter niet. Hij ziet er trouwens ook een stuk beter uit vandaag.'
'Wanneer vertel je het?'
'Ik weet het niet, hij zal eerst wel wat tijd nodig hebben om het ongeluk te verwerken. Het beste lijkt het me om nog een paar dagen te wachten.'
'Tja, maar het wordt natuurlijk wel steeds moeilijker.'
Hij hoorde iemand diep zuchten en onwillekeurig deed hij zijn ogen wat open. Het heldere licht deed pijn en de omgeving deinde op en neer. Snel sloot hij zijn ogen weer en liet zich weer wegzak- ken in die heerlijke vergetelheid. De stemmen leken uit een ande- re wereld te komen.
'Er zal wel heel wat veranderen als hij weer thuiskomt.'
'Ik hoop van niet. We hadden het fijn samen en dat blijft wat mij betreft zo.'
'Ja, maar toch...'
'Je begrijpt het niet, Ageeth. Hij is positief, ik niet. Dat betekent dat ik er voor kan zorgen dat hij een paar fijne jaren krijgt en dat ga ik proberen ook.'
'Ik hoop dat het je lukt; ik mag Martin graag, dat weet je. Maar makkelijk zal het niet zijn.'
'Dat weet ik... Ja, dat weet ik'
Weer zuchtte de vrouw naast hem.
×