Samenvatting
Els Langenfeld weet in Porto Marie met drie verhalen op indrukwekkende wijze een levensecht beeld te schetsen van het dagelijks leven op en rond de Curaçaose plantage Porto Marie. Na een overhaaste vlucht in 1738 probeert de slaaf Mbambo wanhopig van het dorre eiland te ontsnappen, terwijl bij hem, in hallucinerende beelden, herinneringen bovendrijven aan de gruwelijke overtocht vanuit Afrika die hem naar Curaçao bracht. Het leven van Assienta, Alexander en Gracia wordt volledig op zijn kop gezet door de beruchte slavenopstand onder leiding van Tula in 1795. Een kleine eeuw later, in 1888, de slavernij is dan al 25 jaar voorbij, zijn Juan en Anthony in naam vrije mannen, maar in de praktijk zijn ze net als de slaven met handen en voeten gebonden aan de plantage-eigenaar en aan meneer pastoor. Met deze verhalen betreedt Langenfeld een nieuw terrein, dat van de historische fictie. Dat wil zeggen dat de hoofdpersonen fictief zijn, maar wel ingebed in een historische context, die zij als geen ander kent. Niet alleen de historische figuren en jaartallen kloppen, Langenfeld nam regelmatig ter plaatse een kijkje om erachter te komen wat haar fictieve hoofdpersonen zoal zagen als ze onderweg waren naar de stad. Sinds haar komst naar Curaçao enkele decennia geleden raakte Els Langenfeld gefascineerd door de geschiedenis van de gewone man in voorbije eeuwen. Zij doet al jarenlang onderzoek, schrijft artikelen voor kranten en tijdschriften en heeft inmiddels diverse non-fictie boeken op haar naam staan. Porto Marie is een aanrader voor eenieder die meer wil weten over het leven van de gekleurde bevolking op Curaçao tijdens en na de periode van de slavernij.