Samenvatting
Het strafrecht is zich – mede door de invloed van de victimologie – meer gaan richten op de positie van het slachtoffer. Zo kan worden gesproken van een heuse emancipatie van het slachtoffer in het strafrecht. Het slachtofferpopulisme en een toenemende invloed van ‘Europa’, zijn ook debet aan deze ontwikkeling. In het bestuursrecht wordt de burgemeester steeds meer opgetuigd als veiligheidsbaas, die ook kan optreden wanneer geen sprake is van de handhaving van de openbare orde. De arm van de burgemeester reikt inmiddels zo ver, dat ook binnen de muren van woningen bescherming kan geworden geboden aan het slachtoffer. Waar het slachtoffer in het strafrecht inmiddels een prominente positie heeft verworven, wordt in het bestuursrecht tot op heden relatief gezien nog weinig aandacht besteed aan de positie en bejegening van het slachtoffer en bestuurlijke ‘slachtoffermaatregelen’. Ook vanuit de victimologie is de positie en bejegening van het slachtoffer in het bestuursrecht nagenoeg niet geïnventariseerd. Er is voorts nog nauwelijks iets bekend over de deeldiscipline bestuursrechtelijke victimologie. Dit boek beoogt in deze leemte te voorzien door het terrein van de bestuursrechtelijke victimologie, als nieuwe loot aan de stam van de bijzondere criminologie, te verkennen. Aan de hand van bestaand victimologisch onderzoek naar de positie en bejegening van het slachtoffer in het bestuursrecht wordt getracht om het landschap van de bestuursrechtelijke victimologie in kaart te brengen. Als startpunt wordt de relatie tussen de victimologie en het strafrecht besproken, waarna vervolgens de focus wordt gelegd op de inhoud en de grondslagen van de bestuursrechtelijke victimologie. Met dit boek, dat vooral theoretisch van aard is, wordt het terrein van de victimologische bestudering van de rol van het slachtoffer in het bestuursrecht nader verkend.