Samenvatting
Dit boek biedt, aan de hand van praktische voorbeelden, handvatten voor zelfreflectie. Het boek begint met het definiëren van het begrip 'zelfreflectie': de meerwaarde en het belang staan hierbij centraal. Vervolgens wordt de link naar het werkveld gelegd.
Er wordt uiteengezet wat belangrijke elementen zijn in het werk van de hulpverlener. Deze elementen zijn richtinggevend voor zelfreflectie. Daarna is er aandacht voor de voorwaarden die nodig zijn om zelfreflectie te ontwikkelen en toe te passen. Zelfreflectie is een vorm van leren, in dit boek is daarom ook ingegaan op de eigen leerhouding. Wanneer men zich bewust is van de eigen leerstijl kan de manier waarop zelfreflectie wordt vormgegeven worden aangepast aan die voorkeurstijl.
De eerste vier hoofdstukken geven op deze manier de achtergrondinformatie die nodig is om met zelfreflectie aan de slag te gaan. Op basis hiervan is een werkwijze aangeboden waarmee hulpverleners tot zelfreflectie kunnen komen.
Het boek biedt een praktisch handvat. De theorie is kort en bondig omschreven opdat er ruimte is om uitgebreid stil te staan bij de praktijk. De praktijkvoorbeelden zijn
een concretisering van de theorie. Aan het eind van elk hoofdstuk zijn suggesties gedaan om zich de aangeboden theorie door middel van oefeningen eigen te maken.
Het boek is vooral bedoeld voor studenten en hulpverleners in het sociaal agogisch werkveld.
Lida Nijgh is opgeleid als orthopedagoog en werkzaam als gedragsdeskundige in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. In deze functie geeft zij onder andere vorm aan deskundigheidsbevordering, intervisie en coaching. Daarnaast is zij, als docent en supervisor, betrokken bij hbo-opleidingen voor maatschappelijk werk en sociaal pedagogische hulpverlening (social work).