Samenvatting
Volgens de ontwikkelingspsychologie wordt het kind zich op een gegeven moment gewaar van zijn eigen individualiteit. Het beseft dat het anders is, dat het een eigen lichaam en eigen ik heeft onafhankelijk van ouders, broers en zussen, van andere mensen. Deze "uitbarsting van zelfbesef" wordt als een betekenisvolle stap gezien in de ontwikkeling en individuatie van het kind. In 2002 publiceerde Dolph Kohnstamm, emeritus hoogleraar ontwikkelingspsychologie, het boek "Ik ben ik; De ontdekking van het zelf". Hierin had hij herinneringen verzameld van een groot aantal mensen die zich deze gewaarwording van de eigen individualiteit op een bijzondere en abrupte wijze hadden beleefd. Dit verschijnsel van plotseling zelfbesef bleef Kohnstamm bezighouden en hij zette zijn onderzoek voort en breidde zijn verzameling herinneringen uit. Met het boek Plotseling zelfbesef presenteert hij opnieuw, maar nu in uitgebreidere vorm, een collectie herinneringen van mensen aan dit bijzondere moment in hun jeugd. Het zijn vaak korte, maar indringende, in eenvoudige en ongekunstelde bewoordingen opgeschreven verhalen. Dit moment van zelfbewustzijn heeft voor de meeste mensen een belangrijke betekenis, ook al kan deze vaak niet nader worden geduid of verklaard. Het moment blijft hen bij voor de rest van hun leven. Kohnstamm doet een poging de vragen die dit verschijnsel opwekt te beantwoorden. Waarom herinneren sommige mensen zo'n duidelijk moment van zelfbesef en anderen niet? Waarom zijn het vooral vrouwen en weinig mannen die dit soort herinneringen hebben? Welke voorwaarden moeten zijn voldaan voordat zo'n moment kan optreden? Waarin komen al deze herinneringen overeen? Kohnstamm geeft op deze manier een indrukwekkend rijke beschrijving van het fenomeen van plotseling zelfbesef. Zijn boek geeft een basis voor verder onderzoek naar de betekenis en plaats van dit verschijnsel binnen de ontwikkelingspsychologie.