Samenvatting
De Leuvense hoogleraar theologie, prof. dr. Hubèrt de Vlaeminck, is een fenomeen op zijn vakgebied. Het feit dat hij zijn biologische ouders nooit heeft gekend en is opgevoed door de nonnetjes, lijkt hij te hebben geaccepteerd. Echter, naarmate zijn pensioen in zicht komt, blijkt dit gemis hem meer te beheersen dan hij zich bewust was. De Vlaeminck besluit zijn indrukwekkende carrière af te ronden als pastoor tussen het eenvoudige boeren- en arbeidersvolk van het Waesland. Daar ontmoet hij Piel. Een vrouw als een oester, ruw en bonkig aan de buitenkant, maar met een kostbare parel als kern. Door haar authentieke, pure levensstijl en haar bewogenheid met minderbedeelden, confronteert ze Hubèrt met het wezenlijke verschil tussen geloof en theologie. Bovendien blijkt ze in het bezit te zijn van de sleutel die hem zijn ware identiteit doet ontdekken.