Samenvatting
Als een privédetective zoekt Mira Feticu eind 2018 naar de verloren gewaande Tête d’Arlequin van Picasso, een van de zeven kunstwerken die in 2012 door een Roemeense bende uit de Rotterdamse Kunsthal werden gestolen. Aanleiding voor de zoektocht is een anonieme brief die ze ontving, waarin vermeld stond waar de Picasso zich zou bevinden. Ze gaat onbesuisd, enthousiast en vol goede hoop op pad met bevriend schrijver Frank Westerman. Reizend door haar geboorteland Roemenië, van Boekarest tot de Donaudelta, werpt ze een schrijnend nieuw licht op deze nog altijd onopgeloste kunstroof.
In een wervelende vertelling beschrijft Feticu hoe de zoektocht naar Tête d’Arlequin eindigt in een ontluistering: de brief bleek een stunt van twee Belgische theatermakers.
Picasso’s keerzijde is naast een zoektocht ook een beschouwing over schoonheid en valsheid, kunst en werkelijkheid.