Samenvatting
Dit boek wil beleidsmakers inspireren en leerkrachten ondersteunen om – in verbinding met alle actoren – werk te maken van inclusief onderwijs.Als we spreken over inclusief onderwijs, dan hebben we het over mensenrechten: het recht op goed onderwijs, in de eigen nabije regio, met kinderen uit de buurt. Zijn we ons goed bewust van onze verantwoordelijkheid in onderwijs wetende dat segregatie in onderwijs vaak leidt tot segregatie in de rest van het leven? Een inclusieve school is namelijk geen einddoel, het is een middel om cultuur te beleven, om zich te ontplooien, om vriendschappen en sociale vaardigheden te ontwikkelen en om kennis op te doen. Inclusie gaat over rechtvaardigheid en over het lef hebben om samen te zoeken naar de sleutel om een kind te laten floreren in de eigen omgeving, nu en in de toekomst.Inclusief onderwijs vraagt om een transformatie van ons huidige onderwijs: met ruimte voor samenwerking binnen en buiten de klas, met aandacht voor diverse perspectieven en complexiteit, lef, creatieve routes en onverwachte oplossingen.Het gaat niet om inclusief, inclusiever, inclusiefst, maar om een ‘echt’ streven naar eerlijke samenwerking en inclusie. Nepparticipatie is wat vermeden moet worden: daarom zetten we ‘belonging’ in dit boek centraal. Er mogen zijn, is niet genoeg. Het gaat om erbij horen, van betekenis kunnen zijn.Diverse stemmen weerklinken in het boek: kinderen, ouders, leraren en andere onderwijsprofessionals, onderzoekers, wetenschappers. We gaan hierbij de complexiteit van de realiteit niet uit de weg. De verschillende perspectieven schuren en nodigen de lezer uit om mee te stappen in de ongemakkelijkheid van deze realiteit en om verantwoordelijkheid op te nemen.