Samenvatting
Nol van Gerwen (1938) woont in Maastricht en is gepensioneerd leraar. In 2014 besluit hij een aantal gesprekken met een therapeut te gaan voeren, omdat hij last heeft van depressieve en weemoedige buien en wat lichter in het leven wil staan. Al vrij snel leidt de therapie hem naar misschien wel de moeilijkste periode in zijn leven, waarin zijn enige zoon Paul schizofreen blijkt te zijn en uiteindelijk besluit een eind aan zijn leven te maken. Op advies van zijn therapeut begint Nol zijn zoon brieven te schrijven, om na zoveel jaren opnieuw met hem in dialoog te gaan.
In dagboekachtige brieven schetst Nol de gebeurtenissen van toen en plaatst ze in de tijd. Hij zoekt steun in de literatuur om opnieuw greep te krijgen op deze periode uit zijn leven, en in dagboekfragmenten, citaten en tekeningen klinkt ook de stem van zijn zoon. Langzaam keert bij Nol de rust weer en krijgt zijn zoon opnieuw een zichtbare plaats in zijn leven.