Fragment
1.
VAN DE PLACE VENDÔME NAAR DE QUAI DES ORFÈVRES
De eerste van de zeven wandelingen die in deze gids worden beschreven voert vanaf de Place Vendôme naar de Quai des Orfèvres op het Île de la Cité. Zij bestrijkt het gebied aan weerszijden van de halverwege de 19e eeuw aangelegde Rue de Rivoli. Dit deel van Parijs herbergt niet alleen een groot aantal winkels (waarvan vele toeristenshops zijn geworden), maar ook een reeks toeristische hoogtepunten zoals de Place Vendôme, de Jardin des Tuileries, het Louvre en de Jardin du Palais-Royal.
Place Vendôme
Het meest opvallende bouwwerk op de Place Vendôme, het startpunt van de wandeling, is de bijna 45 meter hoge zuil. Deze zuil is ooit in opdracht van Napoleon ontworpen ter herinnering aan de door hem in Oostenrijk en Rusland gewonnen veld-slagen. De zuil is vervaardigd van omgesmolten, op de Oostenrijkers en Russen buitgemaakte, kanonnen.
Het aan het eind van de 17e eeuw aangelegde plein is omringd door deftige herenhuizen, waarin vandaag de dag vooral hotels en chique juweliers zijn gevestigd. Het is dan ook weinig verwonderlijk dat het juweliersvak een centrale rol speelt in Place Vendôme (1998), een film waarin Catherine Deneuve de rol speelt van een alcoholische juweliersweduwe.
Een andere juwelier aan de Place Vendôme was Maubuissin. Dit juweliers-bedrijf komt uitvoerig in beeld in Le cercle rouge (1970), wanneer Alain Delon, Gian-Maria Volonté en Yves Montand er via het dak een enorme hoeveelheid juwelen stelen. Dat gebeurt in een half uur durende scène met prachtige beelden van de daken van de huizen van de Place Vendôme. Maubuissin was lange tijd in het pand op nummer 20 gehuisvest. Het bedrijf is een aantal jaren geleden naar de Rue de la Paix verhuisd.
Eén van de grootste gebouwen aan de Place Vendôme is het Hotel Ritz, dat in het verleden diende als stamlokaal voor beroemde schrijvers als Proust en Hemingway. In de wereld van het witte doek is het de verblijfplaats van professor Robert Langdon, die in De DaVinci Code (2006) een substantiële bijdrage levert aan het ontraadselen van de moord op Jaques Saunière, de hoofdconservator van het Louvre.
Het chique karakter van de Place Vendôme komt ook aan bod in Midnight in Paris (2011), de bekende film van Woody Allen over het leven van kunstenaars in het Parijs van de jaren twintig van de vorige eeuw. In deze film koopt de verloofde van de hoofdpersoon, samen met haar dominante moeder, bij juwelier Chopard aan de Place Vendôme de trouwringen voor haar komend huwelijk.
De Place Vendôme kent naast zeer prijzige juweliers ook enkele bekende chocolaterieën. Dat is de reden waarom Doc Levy, de broer van de hoofdrolspeler in de film Marathon Man (1976), wanneer hij na aankomst uit Amerika in Parijs is gearriveerd, onmiddellijk naar het plein rijdt om er, alvorens verder te reizen naar de vlooienmarkt bij Saint Ouen, chocola te kopen.
Loop vanaf de Place Vendôme via de Rue Castiglioni naar de Rue de Rivoli. Op de hoek van deze twee straten staat Hotel Meurice. Dit vijf-sterren-hotel speelt een rol in de openingsscène van On connait la chanson (1997), de film waarin regisseur Alain Resnais een hommage brengt aan Dennis Potter, de geestelijke vader van The singing detective. Net als bij Potter worden er in deze film regelmatig fragmenten van bekende liedjes (in dit geval Franse chansons) gezongen. Dit (te pas en te onpas) ingevoegde zingen zorgt er voor dat On connait la chanson een verrassende film is geworden.
Hotel Meurice is ook te zien in het hiervoor genoemde Midnight in Paris. In deze film bezoeken de Amerikaanse hoofdpersonen een wijnproeverij op het dak van het hotel. Vanaf dit dak hebben ze een fraai uitzicht op de Jardin des Tuileries. Dit Hotel Meurice was in de Tweede Wereldoorlog het hoofdkwartier van generaal Von Choltizt, de Duitse militaire gouverneur van Parijs. Deze Von Choltizt speelt een belangrijke rol in Paris brûle-t-il? (1966), de bijna drie uur durende zwart-wit-film over de laatste veertien dagen van de Duitse bezetting van Parijs. Het bijzondere van deze film (waarin vele beroemde acteurs een rol vervullen) is dat het Franse staatshoofd De Gaulle intensieve bemoeienis heeft gehad met het scenario van de film. Zonder zijn bemoeienis kregen de makers van de films geen toestemming om in Parijs te filmen. Het resultaat is een film waarin de rol van het Franse verzet wordt gemaximaliseerd en die van de geallieerden geminimaliseerd.
Jardin des Tuileries
Steek de Rue de Rivoli over en ga de Jardin des Tuileries in. Deze ‘tuin’ is een in de 16e eeuw in opdracht van Catharina de Médici aangelegd paleispark tussen het Louvre en de Place de la Concorde. Het paleis, waar het park bij hoorde, is in het begin van de 19e eeuw gesloopt. Het park bestaat nog steeds in volle glorie. Voor veel Parijzenaars is het een toevluchtsoord wanneer de hitte van de stad ondraaglijk begint te worden. De Jardin des Tuileries biedt niet alleen groen maar ook twee belangrijke musea: het Musée Jeu de Paume en de Orangerie. Het laatste museum is te zien in Midnight in Paris (2011), waarin de Amerikaanse hoofdpersonen het bezoeken.
Loop na binnenkomst in het park rechtdoor tot de eerste viersprong van brede lanen. Ga daar linksaf. Wandel door tot de grote ronde vijver. Ga daar linksaf tot aan de Rue de Rivoli. Daar bevindt zich het metrostation Tuileries. Dit station is het decor van een gelijknamige korte speelfilm van de Amerikaanse regisseurs Joel en Ethan Coen. In deze komedie raakt een toerist betrokken bij een ruzie van een jong koppel aan de overzijde van de rails. Het filmpje maakt duidelijk dat het belangrijk is de ongeschreven regel te respecteren die voorschrijft dat oogcontact in de Parijse metro vermeden moet worden. Deze wrange komedie is één van 18 onderdelen van de episodenfilm Paris, je t’aime (2006).
Keer terug naar de grote ronde vijver in de Tuilerieën en ga daar naar links. Loop door tot de Arc de Triomphe du Caroussel, de door Napoleon gebouwde triomfboog, die ook wel Petit Arc de Triomphe wordt genoemd. Het bij de boog gelegen plein was in de 19e eeuw militair exercitieterrein. Dat was het ook in de Tweede Wereldoorlog. Dit wordt geïllustreerd in de door velen bezochte film Les uns et les autres (1981) van Claude Lelouch. In deze film marcheert de Duitse Waffen-SS bij de Petit Arc de Triomphe.
Een vierde film waarin de Jardin des Tuileries te zien valt is The Bourne Identity (2002). In een kort fragment dat in de Tuilerieën speelt vertelt Franka Potente (de Duitse vriendin die hoofdpersoon Matt Damon in Zwitserland heeft leren kennen) haar vriend dat zij in (het vlak bij de Tuilerieën gelegen) Hotel Regina belangrijke informatie over één van zijn vijanden heeft gevonden. Hotel Regina valt ook te zien in Sagan (2008), de weinig boeiende rolprent van Diana Kurys over het treurniswekkende leven van Francoise Sagan. In dit hotel wordt haar de Prix de la Critique uitgereikt.
Louvre
Steek de drukke Place du Caroussel over en loop in de richting van de hoofdingang van het Louvre (achter de glazen piramide). De lange rij wachtenden voor de loketten van het Louvre zal menigeen er van weerhouden dit wereldberoemde museum te bezoeken. Anderen zullen het al één of meer keren hebben bezocht.
Een spectaculaire filmscéne in het Louvre is die in Bande à part (1964) van Jean-Luc Godard waarin Anna Karina, Sami Frey en Claude Brasseur tijdens het museale spitsuur uit balorigheid een hardloopwedstrijd organiseren die hen in hoog tempo door een aantal zalen van het museum voert. Bijna veertig jaar later kopieert Bernardo Bertolucci deze scéne in The dreamers (2003). In deze film rennen Eva Green, Michael Pitt en Louis Garrel, de zelfde route door het Louvre als hun voorgangers. Dit als stil eerbetoon aan Godard.
In de film Dialogue avec mon jardinier (2007) beschrijft Jean Becker de ontwikkeling van een vriendschap tussen een bevoorrecht kunstschilder en zijn tuinman, een dorpsgenoot met niet veel meer opleiding dan de basisschool. In het kader van zijn streven de horizon van de tuinman wat te verbreden neemt de kunstschilder de tuinman mee naar het Louvre. Dat leidt tot enkele fraaie beelden over het effect dat beeldende kunst kan bewerkstelligen.
Van geheel andere orde zijn de beelden die De DaVinci Code (2006) laat zien van de wijze waarop de hoofdconservator van het Louvre de dood heeft gevonden. Deze conservator heeft in de laatste minuten van zijn leven met gebruik van zijn lichaam en bloed een afbeelding vervaardigd die verwijst naar een schets van Leonardo Da Vinci. De in deze schets verpakte aanwijzingen spelen een belangrijke rol bij de ontknoping van de laffe moord op de conservator.
Ook bijzonder is een scène in Les amants du Pont Neuf (1991) van Leos Carax waarin twee clochards zich met behulp van een gestolen sleutel ’s nachts toegang tot het Louvre verschaffen. Daarbij is de vrouwelijke helft van het duo tijdelijk lichamelijk gehandicapt, zodat het bezoek alleen kan plaats vinden wanneer ze plaats neemt op de schouders van haar metgezel. Deze scéne is extra ontroerend omdat de kijker weet dat de geblesseerde zwerfster in een eerdere fase van haar leven een verdienstelijk kunstschilder is geweest. Daarom wil ze nu in weerwil van haar beperkingen heel graag een zelfportret van Rembrandt zien.
Place Colette
Ga voor de glazen piramide linksaf en verlaat de Place du Carillon door de poort in de Rue Rouhan. Steek de Rue de Rivoli over en loop na het oversteken rechtdoor. Het eerste plein aan de rechterkant is de Place Colette. De aan dit plein gelegen brasserie Le Nemours is een vermaard horeca-établissement. In het begin van de film The tourist (2010) van Florian Henckel von Donnermark, die overigens voornamelijk in Venetië speelt, zit Angela Jolie er op het terras. Het zelfde terras wordt in Intouchables (2011) van Eric Toledano en Olivier Nakache door Francois Clozet en Omar Sy bezocht.
Ook Daniël Auteuil en Jean-Pierre Darroussin bezoeken het terras van Le Nemours. Ze doen dit in Dialogue avec mon jardinier (2007).
Jardin du Palais-Royal
Keer terug naar de Rue de Richelieu. Ga daarna via ongeveer dertig meter van de Rue de Richelieu en ook ongeveer dertig meter van de Rue de Montpensier naar de Jardin du Palais-Royal. Kort nadat de hertog van Orléans in de tweede helft van de 18e eeuw in het bezit kwam van het Palais-Royal liet hij de tuin van dit koninklijk paleis aan drie zijden omheinen. Dit gebeurde door de bouw van winkelgalerijen met daarboven huurwoningen. Met de ontwikkeling van dit winkelcentrum avant la lettre hoopte hij zijn schulden te kunnen aflossen. Deze tuin, in de tijd dat de hertog zijn bouwactiviteiten startte al een veel bezochte (voor het publiek toegankelijke) plek, is ook nu nog steeds een geliefd oord.
Marathon Man (1976) biedt een beeld van de kolommen van de galerijen aan de westzijde van de tuin. Doc Levy, de broer van hoofdpersoon ‘Babe’ Levy, heeft daar een afspraak die hij op het laatste moment veiligheidshalve moet annuleren. Even verderop bij de Rue Beaujolais bevindt zich in het beroemde sterrenrestaurant Le Grand Véfour. Daar eet Audrey Tautou in de rol van de jonge Coco Chanel in Coco avant Chanel (2009) met haar rijke beschermheer. Verlaat de Jardin du Palais-Royal via de poort aan de noordzijde: de Passage Du Perron (tussen de huizen met de nummers 7 en 9). Ga na enkele meters door de Rue Vivienne naar de Galerie Vivienne.
Galerie Vivienne
Over het algemeen is het horeca-aanbod ten noorden van de Jardin du Palais-Royal prijsvriendelijker dan dat ten zuiden van de tuin van het voormalig koninklijk paleis. Dat geldt niet voor Le Grand Colbert, een klassiek Frans restaurant dat is gevestigd in de, onlangs fraai gerestaureerde, Galerie Vivienne. Dit restaurant speelt een rol in My old lady (2014), een Amerikaanse film over een Amerikaans schrijver, die ontdekt dat het aanvaarden van de erfenis van een groot huis in de Marais veel problematischer is dan hij in eerste instantie dacht. Le Grand Colbert is één van de gelegenheden waarin hij overleg voert met de dochter van de dame die al jaren verblijft in het huis dat hij van zijn vader heeft geërfd.
De Passage Vivienne is ook één van de plaatsen waar Zazie in Zazie dans le métro (1960) haar vermaak zoekt wanneer blijkt dat de tochtjes met de metro, waar ze al lange tijd van droomde, door stakingen geen doorgang kunnen vinden. Eén van de alternatieven voor het reizen met de metro is hinkelen op de prachtige vloerpatronen van de gangen van de Galerie Vivienne. Verlaat de Galerie Vivienne aan de kant van de pittoreske Place des Petits Pères. Laat de Basilique Notre-Dame-des-Victoires links liggen (maar keer er nog wel eens naar terug). Kies voor de korte Rue Vide Gousset (links van het café Le Moulin de la Vierge) en ga zo naar de Place des Victoires.
×