Fragment
Graag nodig ik je uit voor een denkbeeldige reis. Eentje die alle bestaansrecht van de wereld heeft, maar doodeenvoudig niet mogelijk is omdat het een tijdspanne van eeuwen beslaat. Geen sinecure of het gebrek aan ambitie om deel te nemen aan een imaginaire wandeling die slijtende sporen in de historie heeft achtergelaten en ik bedoel dan niet opgeschreven kennis in obscure dunne geschiedenisboeken, die amper iemand ooit helemaal heeft doorgelezen. Het zou mij geenszins verbazen als dit boek eenzelfde lot is beschoren. Het ontbreekt mij aan naam en bovenal faam. Er is aan mij geen influencer verloren gegaan of een oproerkraaier, of wat dat betreft een geestelijke op een preekstoel die wekelijks een donderpreek als godswater over de gelovigen sproeit in de weerbarstige hoop dat er in één van de hoofden het zaadje van het ware geloof ontspruit. En dan het liefst geen gedrocht als een arend met een kamelensnuit, maar bij voorkeur een engelachtig wezen zoals afgebeeld op Raphael Santi’s schilderij met de twee cherubijnen, die vast en zeker ooit ingelijst met een goedkoop goudkleurige plastic Xenos lijst met een houtnerfpatroon, tenminste als je ouder bent dan veertig jaar.
De denkbeeldige reis waarover ik je zielsgraag wil vertellen, betreft een pelgrimstocht met als eindpunt de Domkerk in het Romeinse hart van de stad Utrecht, toen het nog in bezit van de katholieken was in de tijd voor de zoveelste beeldenstorm. De protestantse geloofsommekeer die het woord revolutie onwaardig is. Eén van de zoveelste etiketten die decennia of soms wel eeuwen later op historische gebeurtenissen wordt geplakt. Zo bestond het woord revolutie in 1566, het jaar van de eerste beeldenstorm, pas 22 jaar in de 16e-eeuwse versie van het Nederlands, zeg maar de bet-, bet-, bet-, betovergrootmoeder. Een woord dat hooguit bij een handjevol geleerden bekent was die hun dagen sleten met sterrenkunde. De betekenis luidde in die dagen: reuolutien maken, oftewel: de omloop van een hemellichaam. Pas in 1732 wordt het woord revolutie voor de eerste keer gebruikt om: ‘een aanzienlyke verandering in de regering en politieke zaken geleden heeft.’ Nog ruim op tijd voor de Franse revolutie van 1789. Overigens gebruikten de Fransen al in 1615 de metaforische betekenis van het woord revolutie, althans in beperkte mate binnen intellectuele kringen, waar tenminste één filosoof aan deelnam. Het punt dat ik wil maken is dat er in de dagen van de beeldenstorm geen revolutie bestond. Geen ommekeer of omwenteling van het geloof, althans niet zoals de ‘moderne’ mens de beeldenstorm classificeert. Bovendien viel de storm in Utrecht tamelijk mee. Hooguit één dode te betreuren en meerdere gewonden van wie de wonden moesten worden verzorgd. Het speelde zich aanvankelijk in de Geertekerk af. Middeleeuwse hooligans die het met zoveel oneens waren in de stad. Vermeende onrechten die recht moesten worden gezet door het stadsbestuur en de kerkelijke macht, maar toen dat uitbleef sloeg de vlam in de pan. Een handjevol schurken en rebellen gingen verhaal halen in de Geertekerk. Een gewelddadige vuist maken om de machthebbers in die dagen een voorproefje te geven van welk onheil er boven hun hoofd hing, als zij niet inschikkelijker werden. De hooligans, een absolute minderheid, gaven het bijna op toen een moedige dame voorstelde om een tweede beeldenstorm op de stad lost te laten, waarbij dit keer de Domkerk het moest ontgelden. De schalkse actie had ditmaal meer succes.
×