Samenvatting
Beau heeft geen zorgen voor morgen, tot hij op een mooie zondagmiddag een situatie tegenkomt die zelfs zijn meest luchtige gedachten op de knieën dwingen; met de dood in het hart treft hij zijn vader Theo thuis levenloos aan. Theo verdwijnt uit zijn leven, zomaar, en voor altijd. De kerkelijk uitvaart blijkt een vacuüm van emoties waar hij zijn ongezouten mening niet onder de heilige banken steekt. Doordat hij de universiteit met onnodig hoge cijfers af heeft gesloten, tegenwoordig niet veel meer doet dan lanterfanteren, en hij zijn laatste smart aan Theo zijn doodskist heeft genageld, komt Beau tot een revelatie: met zijn vaders erfenis naar de kloten. Maar hoe zit het met zijn moeder Rita? Laat staan Julia, zijn vriendin.
Als koning van het hedonisme gaat Beau met een select gezelschap naar de Filipijnen, waar de avonden door buitensporig drankgebruik, rare seks taferelen en onvrijwillig veel zinloos geweld al snel in de vergetelheid raken. Hoewel Beau van de katers herrijst als Jezus Christus zelf, blijkt het compleet toegeven aan genot geen uitkomst te bieden op het ware levensgeluk.
Samen met zijn gezelschap begint Beau aan een liefdadigheidsproject; daar lacht het leven hem wel toe en bedrijven zijn hart en geest het geluk. Hij ontmoet de lokale Quintan, die ook zijn vader heeft verloren, waarmee een vriendschap op anabolen ontstaat. Nog wonderbaarlijker is de connectie die opbloeit met May-ann, de liefde van zijn leven, die hem tot hemelse hoogten weet te hypnotiseren. Maar op het moment dat het leven niet beter lijkt te kunnen, raakt Beau verstrengeld in een allesvernietigend oorlog van gebroken harten en duistere intenties. Enig betekenisvol levensdoel heeft zijn gedachten al lang verlaten en uiterste wanhoop heerst, zonder één enkele uitweg.