Samenvatting
De Aṅguttara-Nikāya is in de traditionele telling – na de Dīgha-, de Majjhima-en de Saṃyutta-Nikāya – de vierde verzameling (nikāya) van de Sutta-Piṭaka: de ‘mand’ (piṭaka) van leerredes (sutta’s) die aan de historische Boeddha en zijn belangrijkste leerlingen worden toegeschreven. Deze verzameling maakt deel uit van de Pali-Canon en vormt samen met de Vinaya-Piṭaka (de ‘mand’ van de orderegels) en de Abhidhamma-Piṭaka (de ‘mand’ met scholastieke teksten) het corpus van gewijde geschriften van de Theravāda. Deze Pali-Canon of Tipiṭaka (‘drie manden’) bevat de oudste bewaard gebleven geschriften van de boeddhistische traditie. De hele Aṅguttara-Nikāya bestaat uit 11 boeken waarin 8122 sutta’s worden gerangschikt op grond van hun numerieke inhoud. Deze elf boeken bevatten leerredes die een oplopend aantal onderwerpen behandelen. Dit deel bevat de vertaling van het vijfde en zesde boek: ‘Het boek van de vijftallen’ en ‘Het boek van de zestallen’. Dat betekent dat het die sutta’s bevat die steeds over vijf en zes items gaan, zoals de vijf redelijke punten van kritiek waaraan een monnik of non zich blootstelt, als hij of zij de leerweg de rug toekeert en terugkeert naar het lagere leven; zoals de aanwezigheid van vijf eigenschappen die verhinderen dat men het slechte pad opgaat; zoals de vijf stadia bij het verkrijgen van bevrijdende kennis en visie. Bij de zestallen worden bijvoorbeeld aan de orde gesteld: de zes soorten van personen die allen andere karaktereigenschappen hebben en daardoor meer of minder geschikt zijn om de Leer te begrijpen en in de praktijk te brengen; en de zes gevolgen voor de spirituele ontwikkelingvan het al dan niet kunnen beheersen van de zintuigen. Zoals men ziet, zijn de onderwerpen van zeer uiteenlopende aard. Om toch enige ordening aan te brengen in het grote aantal sutta's is een 'thematische gids' toegevoegd waarin dertien thema's onderscheiden worden, die als het raamwerk beschouwd kan worden waarin de afzonderlijke sutta's een plaats vinden. ‘De verzameling van numeriek geordende leerredes’ van de Boeddha is rechtstreeks vertaald uit het Pali, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Jan de Breet en Rob Janssen. Drs. J.A. de Breet (1959) studeerde indologie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Prof. dr. R.H.C. Janssen (1931-2019) was emeritus hoogleraar in de klinische psychologie en de persoonlijkheidsleer aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij studeerde Pali en Sanskriet aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Jan de Breet en Rob Janssen bezorgden naast een integrale vertaling van de Aṅguttara-Nikāya (De verzameling van numeriek geordende leerredes) tevens vertalingen van de Dīgha-Nikāya (De verzameling van lange leerredes), de Majjhima-Nikāya (De verzameling van middellange leerredes), de Saṃyutta- Nikāya (De verzameling van thematisch geordendende leerredes), en van delen van de Khuddaka-Nikāya (De verzameling van korte teksten).