Samenvatting
“Verlos” is het laatste van de zes verhalen van “Overtochten” en brengt hulde aan Antoine de Saint-Exupéry (geboren in 1900). Xavier Melk en Pablo Boon, zonen van respectievelijk een Brusselse koffiebrander en een Vlaamse melkboer, worden algauw boezemvrienden. Nadat ze van het Franstalige, door jezuïeten geleide Collège Saint-Michel zijn gestuurd, schrijven ze zich beiden in op de Brusselse Vrije Universiteit. Xavier wil mensenrechtenadvocaat worden en Pablo onderzoeksjournalist. Ook worden ze beiden lid van Amnesty International. Ze bekommeren er zich speciaal om een Salvadoraanse gewetensgevangene. In El Salvador zelf ontmoeten ze Angela de Saint-Exupéry. De adoptiedochter van de Salvadoraanse weduwe van Antoine de Saint-Exupéry, auteur van ‘De Kleine Prins’, speelt een dubbele rol. Na assistente van Dubuisson, het hoofd van de doodseskaders, te zijn geweest, wordt ze guerrillaleidster. Om ‘Angie’ te kunnen benaderen, treden Xavier en Pablo toe tot het gewapend verzet. Na halsoverkop naar het thuisfront te zijn weergekeerd, worden ze aangeworven bij Max Havelaar. Wanneer Angela echter omkomt, klopt haar zoon, Miguel Ángel, lid van een gewelddadige jeugdbende, bij het duo aan.