Fragment
In 1994 maakte ik als enige bezwaar tegen huurverhoging. Tegen het feit dat het verslag van de woningstichting niets vermeldde omtrent klachten over de slecht functionerende verwarming. Over de duizenden liters water die worden verspild doordat de warmwaterkraan zeer laat begint te werken en daarna afwisselende temperaturen levert. Over het totale falen van afzuigapparaten in de keukens.
Hierbij kreeg ik van niemand enige steun. Kwam dit misschien door de bomen op de Hamseweg ? Ik had er immers voor gezorgd dat deze bleven leven. Dat zij in de lente weer zouden kunnen uitbotten en zodoende hun stralend groene bladeren weer aangename schaduw en rust zouden kunnen bieden. Vrijwel iedereen had het verzoekschrift ondertekend. Het betrof de terdoodveroordeling van een aantal prachtige bomen. Zij werden beschuldigd van hoogverraad. Hun kruinen belaagden een deel van onze woongemeenschap. In hun koele schaduw wilde men niet leven en hun zuurstof wilde men niet langer inademen. Stikstof wilde men hen middels het kapmes toedienen. De milieugroep eiste vrijwel unaniem de dood van dit groene leven. En met mijn handtekening moest ook ik het doodvonnis mede bekrachtigen. De bomen waren immers schuldig aan
overbodige duisternis. Als Pilatus had ik de eisen aangehoord. Maar toegeven en mijn handen in onschuld wassen, stond mij tegen. En op de petitie aan B & W tekende ik het aan.
×