Samenvatting
Deze monografie bevat een uitvoerige en grondige studie van het Belgische recht inzake de buitencontractuele overheidsaansprakelijkheid en is van groot nut voor advocaten, magistraten en de juristen die werkzaam zijn in de openbare besturen op federaal, gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. In het eerste en meest omvangrijke deel behandelt de auteur de op de fout gebaseerde overheidsaansprakelijkheid. Na een kort historisch overzicht en een analyse van de grondslag van deze aansprakelijkheid bespreekt hij in dit deel (1) de persoonlijke aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen; (2) de Staatsaansprakelijkheid voor ambtsfouten van magistraten; (3) de aansprakelijkheid van de Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen voor onrechtmatige wetgeving; (4) de overheidsaansprakelijkheid wegens schending van het Europese Unierecht; (5) de bevoegdheid van de Raad van State tot toekenning van een schadevergoeding tot herstel wegens onwettigheid en (6) de buitencontractuele aansprakelijkheid van de wegbeheerder. In het tweede deel komt de foutloze overheidsaansprakelijkheid aan bod, waarin achtereenvolgens wordt stilgestaan bij (1) het beginsel van de gelijkheid van de burgers ten aanzien van de openbare lasten; (2) de evenwichtsleer of de theorie van de bovenmatige burenhinder en (3) tot slot de bevoegdheid van de Raad van State tot toekenning van een herstelvergoeding voor buitengewone schade. Prof. dr. em. Aloïs Van Oevelen behaalde in 1975 aan de KU Leuven met grote onderscheiding zijn diploma van licentiaat in de rechten. In 1984 promoveerde hij aan de Universiteit Antwerpen met grootste onderscheiding tot doctor in de rechten met een proefschrift over “De overheidsaansprakelijkheid voor het optreden van de rechterlijke macht”, dat in 1985 bekroond werd met de Prijs van het Belgisch Instituut voor Bestuurswetenschappen en in 1988 met de Fernand Collin-Prijs voor Recht. Tussen 1984 en 2017 was de auteur achtereenvolgens docent (1984-1988), hoofddocent (1988-1992), hoogleraar (1992-1997) en gewoon hoogleraar (1997-2017) aan de Universiteit Antwerpen. Hij oefende er verschillende beleidsfuncties uit, waaronder die van academisch secretaris en decaan van de Faculteit Rechten, voorzitter van de examencommissie van de masteropleiding in de rechten, lid van de academieraad en van de raad van bestuur van de Universiteit Antwerpen en onderzoeksleider van de onderzoeksgroep “Rechtshandhaving”. Hij is de (co)promotor van negen doctoraatsproefschriften. Hij is de (co)auteur van dertien boeken, de editor van negentien boeken en de auteur van meer dan driehonderd bijdragen in tijdschriften, boeken en verzamelwerken. Sinds 1 september 1998 is hij hoofdredacteur van het Rechtskundig Weekblad. Sinds 1 november 2017 is hij voorzitter van de jury van de Fernand Collin-Prijs voor Recht.