Samenvatting
De twaalfjarige Nout woont in een klein huisje in een Zeeuws dorp achter de zeedijk. Als zijn ouders een paar dagen weggaan, blijft hij samen met zijn broer Leen thuis. Al snel komt Nout in moeilijkheden. Leen neemt hem mee op smokkeltocht, waarbij ze worden betrapt. En later wordt Nout ook nog beschuldigd van diefstal. Maar dan breken tijdens een storm de dijken door en zijn Nouts problemen plotseling niet belangrijk meer. Het water komt steeds hoger en er breken onzekere uren aan. Nout en Leen weten ternauwernood aan het water te ontsnappen, maar zullen ze hun ouders ooit nog terugzien? Een spannend en meeslepend boek over een jongen die moet zien te overleven tijdens de watersnoodramp van 1953.