Samenvatting
Alle waarheid is relatief. Zeggen velen. Er zijn echter ook andere geluiden. Dogmatici verdedigen vaak met verve hún waarheid als absoluut. Deze twee standpunten roepen echter belangrijke vragen op: Welke van beide is waar? Hoe stel je dat vast? Zijn er posities mogelijk die liggen tussen de extremen relativisme en absolutisme? In tien dialogen gaat dit boek ernaar op zoek. Hoe bepaal je eigenlijk of iets waar is? Welke argumenten zijn goed of doorslaggevend? Bieden waarnemingen of logisch redeneren zekerheid? Of telt alleen wat wetenschappelijk is bewezen? En dan is er ook nog het gevoel. Hoe vaak hoor je niet: “Ik voel dat nu eenmaal zo”. Is dit echter overtuigend? Dit boek verkent de grenzen van kennis, waarheid, leugen en onzekerheid, maar niet alleen op abstract niveau. De vraag is ook hoe we in de praktijk van alledag waarheid kunnen opsporen. Waar moeten we op letten? Hoe gaan we om met leugens en onzekerheid? De twee gesprekspartners, de een nogal dogmatisch, de ander meer sceptisch, verkennen samen, met respect voor elkaars opvattingen, deze vragen en bepalen hun positie. Gebruik wordt daarbij gemaakt van alledaagse voorbeelden. Filosofisch vakjargon wordt vermeden.