Fragment
In tegenstelling tot de warme zomerdagen er om heen was woensdag 12 juni 1968 met zijn 12 tot 14 graden een bijzonder koude dag. Het was de dag waarop Eddy Merckx als eerste Belg de Ronde van Italië won. En het was de dag waarop mijn broer, Sjerd Reinoud Teule, eerste kind van Gerrit Teule en Marije Teule-Mellema, op de Van Beethovenlaan 343 in Maassluis ter wereld kwam.
Sjerd was, zoals ze dat zeggen, een “dot” van een baby, alles erop en eraan, met een mooi gaaf gezichtje. Zijn bijzondere naam dankte hij aan die van zijn beide opa’s – zijn voornaam is afgeleid van Sjoerd Mellema, de vader van Marije, eigenaar van een tabakswinkel in Wieringerwerf. Reinoud kwam van Reinard Teule, vader van Gerrit, die muziekleraar, koordirigent en kerkorganist was in Heerenveen. Het schijnt dat het ook de bedoeling was dat Sjerds tweede naam Reinard zou worden, maar toen mijn vader dit doorgaf aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, heeft deze het verkeerd opgeschreven. En mijn vader, die een lichte hang naar het spiritisme had, vond het wel iets hebben zo.
Op het eerste gezicht leek Sjerd een baby als ieder ander – hij dronk goed, was levendig en gezond. Maar op zijn 5e levensdag kreeg hij hoge koorts. Hij lag verkrampt in zijn wieg en zijn hoofdje trok naar achteren in zijn nek. Met haar achtergrond als verpleegster zag Marije direct dat het niet in de haak was. In allerijl werd Sjerd naar het Holy Ziekenhuis in Vlaardingen gebracht, waar een hersenvliesontsteking werd geconstateerd. Na twee weken op intensive care gelegen te hebben, gaven de artsen aan dat zij niets meer voor Sjerd konden doen. Mijn doodzieke broertje werd overhandigd aan Gerrit en Marije, die hem in hun eigen auto naar het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag brachten, hun laatste hoop op overleven van Sjerd. Je kunt je wel voorstellen dat dit een zwaar beladen autorit was.
×