Samenvatting
Passend onderwijs betekent in de praktijk: kunnen omgaan met verschillen en tegemoetkomen aan uiteenlopende onderwijsbehoeften van de leerlingen. Voor leerkrachten blijkt dit een weerbarstige aangelegenheid, want in hun dagelijkse werk houdt het 'passend maken van onderwijs' heel wat meer in dan het nemen van administratieve en klassenmanagement maatregelen. IB'ers weten als geen ander dat passend onderwijs een kwestie van lange adem is. Er is een cultuuromslag voor nodig. Het gaat om een andere manier van denken en spreken over (zorg)leerlingen. En het vraagt van alle onderwijsprofessionals een onderzoekende houding: bereid zijn uit te zoeken wat een leerling nodig heeft, besluiten om bij sommige leerlingen iets 'anders dan anders' te gaan doen, en vervolgens kijken of dat ook daadwerkelijk effect heeft. Hoe kunnen IB'ers een bijdrage leveren aan de cultuuromslag bij leerkrachten die passend onderwijs heet? Wat is nodig om als IB'er een meer coachende rol ten opzichte van leerkrachten in te nemen? Op welke manier kun je het beste leerlingbesprekingen inrichten? De antwoorden op deze kernvragen komen uit de praktijk. Zo organiseerde stichting Comperio een project voor IB'ers, dat een schat aan ervaringen opleverde. Dit project toonde - voor het eerst - aan dat een onderwijsinhoudelijke werkwijze van IB'ers duurzame veranderingen teweeg brengt op school. Wim Meijer is specialist in onderwijsbegeleiding en passend onderwijs. Aly Veenstra was bovenschools IB'er en projectleider; Victor Felder, onderwijsdirecteur bij Comperio; Alexander Minnaert, hoogleraar Orthopedagogiek en Klinische onderwijskunde aan RU Groningen