Samenvatting
Ik ben dertien en woon in een bejaardenhuis. Het gebouw is tot de nok gevuld met scheten en scheldwoorden, met kommer en kwel. Maar ook met vrolijkheid en vriendschap, dat heb ik zelf ondervonden. De oud-militair Karel, de gekke professor Otto en het aardige besje Lise zijn mijn vrienden geworden. Zonder hen zou ik nooit in het verleden van de graaf zijn gedoken om mijn vader uit de gevangenis te redden. Of was ik nooit op zoek gegaan naar wat er met mijn moeder is gebeurd toen ze enkele jaren geleden in mysterieuze omstandigheden stierf. Of had ik nooit beseft hoe hecht mijn vriendschap met Stiene is. Of had ik nooit geloofd dat er bovenmenselijke krachten bestaan... Bijzonder origineel verhaal over de emotionele en boeiende zoektocht van een jongen naar wie zijn vader en moeder echt (geweest) zijn.