Samenvatting
Deel II van een psychologische trilogie. Deel I: Leuven, jaren '60. De jonge Carlo, student aan de Katholieke Universiteit van Leuven, wordt door de uitbundige “Boze Wolf” meegesleurd in het wereldje van alcohol en vrouwen dat het leven van de studentenclub Moeder Geelse tekent. Hier vindt hij afleiding van de familiale problemen aan het thuisfront, liefdesaffaires en pijnlijke herinneringen uit zijn jeugd. Zijn beste vriend en clubgenoot, Staf Van der Auwera, expliceert in dit tweede deel een andere kant van het leven in Leuven en de Kempen en biedt tezelfdertijd een genuanceerder beeld van Carlo's evolutie en diepgang. Hij maakt kennis met Carlo's moeder, maar Carlo staat lang als een muur tussen hen in. In het derde deel levert Carlo zware kritiek op courante filosofen van zijn tijd zoals Adorno, Horkheimer en Derrida. Een treffend tijdsdocument van het leven in microkosmos Leuven en de Antwerpse Kempen met een diep psychologisch inzicht. Vernuftig geschreven met afwisseling, scherpe dialogen en tactvolle culturele referenties die getuigen van een schrandere blik op de wereld.