Fragment
Over enkele voorouders van Gerard ACDA:
Een R.K. jongedochter, Catharina Pover, moest trouwen met een hervormde jongeman, uit Ovezande, Marinus Vroonland genaamd. De ouders van het meisje weigerden echter hun toestemming tot dit huwelijk te geven en zonden Catharina naar Antwerpen, in de hoop, dat de kwestie zich vanzelf zou oplossen. Vroonland echter nam zijn maatregelen en verzamelde een aantal vrienden, welke op 25-03-1697 de hofstede te Ovezande, die als schuilkerk dienst deed, vernielden en daarna naar Dijkwel (onder Kapelle) trokken om ook daar de katholieke schuilkerk te vernielen. Deze uitbarsting van antipapisme ontstond tijdens de bediening van Henricus Lansing, geboren te Zutfen, die van 4-8-1688 tot 23-3-1697 landspastoor van Zuid-Beveland was. Men neemt aan, dat de oorzaak van bovengenoemde woelingen niet alleen school in de huwelijksplannen van Catharina Pover, maar dat de tyrannieke houding van Lansing zelf een der hoofdoorzaken was. Hoe het ook zij, het blijkt dat het huwelijk een maand later voltrokken is.
Uit een inleiding van Jurjen Jan RONNER:
Jan komt met een klacht thuis. Zoo, is 't weer zoo, zegt de moeder. Moet de meester jou altijd hebben. Ik zal hem, wat meent hij. Nu is 't ontzag voor de meester weg, en er is maar een middel meer om hem in toom te houden, dat is: dwang. Mag ik U eens vertellen, hoe een boerenarbeider in Arum deed? Zijn jongen komt thuis. Veel te laat. Een gezicht met de onnoozelheid erop. Hoe u zoo laat? Vraagt Vader in het Friesch. De nieuwe meester had hem eerst een pak slaag gegeven en toen school laten blijven. Eenigszins stijf, zooals Friezen wel meer doen, zegt de man, 'k zal jou vanmiddag een briefje meegeven. Het gelaat van den jongen klaart op. Met een glans van vergenoeging, als overwinnaar geeft hij het bewuste briefje aan de meester met de woorden: groetenis van heit, hie wie een briefke. De meester ziet naar het papier, en de jongen naar 's meesters gezicht. Even later zegt de onderwijzer: Kom eens hier jongen en lees even. De jongen doet het en slaat zijn ogen naar de grond. Wat was de inhoud?
Meester, als mijn jongen in school ongehoorzaam is, wil hem dan alsjeblieft dubbel zoo veel straf geven als een ander, Uw vriend, Jongsma.
Het gevolg kunt ge wel raden. De jongen paste op z'n tellen en kreeg in school geen straf.
×