Samenvatting
In september 1944 trekt de bevrijder door Vlaanderen. Euforie overal, maar ook agressie tegenover collaborateurs en iedereen die daarvoor doorging. Justitie reageert traag. De publieke opinie eist gerechtigheid. En dus barst de straatrepressie los. Duizenden mannen en vrouwen worden opgepakt en samengedreven. In Lokeren wordt een voormalig Duits gevangeniskamp omgevormd tot het grootste interneringskamp van het land. Duizenden collaborateurs en verdachten worden er samengepakt. Onder hen Filip de Pillecyn, Jozef Goossenaerts en Remi Piryns. Velen onder hen zijn onschuldig, want maar liefst 60% van de bewoners van het hechteniskamp wordt nooit veroordeeld. Opsluiting is hun straf. Voor 100 frank kunnen ze om brood bedelen. Na een hongeropstand worden ze met karabijnkolven teruggeslagen. Trefzeker schetst Björn Rzoska het verhaal van de niet-veroordeelden. Rzoska beschrijft het dagelijks kampleven, waar men de verveling bestreed met toneel, knutselen en eigen ‘Gentse Feesten’. Opgesloten tussen zwart, wit en grijs is het verhaal van gedetineerden, kampaalmoezeniers en bewakers. En neen, die laatsten kwamen niet allen uit het verzet.