Samenvatting
In november 1918 kwam er een einde aan de gruwelijk gevoerde Eerste Wereldoorlog, maar dat leidde in Duitsland bepaald niet tot vredelievende taferelen. Geweld en haat heersten in de politiek en op straat. Honderdduizenden mannen bleken gevoelig voor gewelddadige verlossingstheorieën. Hoe kon dat? Jos Bours ontdekte dat het vooral ging om jonge mannen met een diepgevoelde haat tegen socialisten, democraten, hun (symbolische) vaders en tegen … vrouwen. Hun angsten en emotionele onzekerheden gingen ze te lijf gingen met mannelijke hardheid: ‘vastbesloten naar buiten, gesloten naar binnen’. De schrijver analyseert (on)bewuste boodschappen in romans en verslagen van vrijkorpsofficieren, gedichten van Brecht en schilderijen en tekeningen van Dix en Grosz met hun uitdrukking van die mannelijke angsten, gewelddadige wensen en obsessies. Zijn belangstelling is niet alleen puur historisch. In een persoonlijke beschouwing onderzoekt hij waarom hij als jonge man – 1946 in een Zuid-Limburgs dorp geboren – de binnenwereld van Duitse jonge mannen zo herkenbaar vond. Terwijl die vijftig jaar eerder waren geboren onder totaal andere omstandigheden.