Samenvatting
Binnen het uitgestrekte Romeinse rijk waren goede verbindingen essentieel om grote afstanden snel te kunnen overbruggen. Wie dit wegennetwerk door Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten wilt traceren komt al snel uit op de dertiende-eeuwse Tabula Peutingeriana; oftewel de Peutinger Kaart. Dit middeleeuwse perkament is een kopie van een kaart waarvan de oorsprong teruggaat tot de tijd van keizer Augustus. Op de kaart staan alle belangrijke steden, halteplaatsen en garnizoensplaatsen binnen het rijk, verbonden door rechte wegen en heldere afstandsaanduidigen. Veel moderne steden danken hun Romeinse plaatsaanduiding aan interpretaties gebaseerd op deze kaart. Op de Peutinger Kaart staan in de noordelijke regio PATAVIA twee wegen getekend tussen Noviomagi en Lugduno. Algemeen wordt aangenomen dat het hier gaat om twee wegen in Nederland, lopend van Nijmegen naar Leiden. Volgens deze consensus verbindt de Noordroute de verschillende castella langs de limes en volgt ze dus de grens van het Romeinse rijk. Historici zijn het echter nooit eens geworden over de loop van de Zuidroute. Op basis van nieuw onderzoek en eigen inzichten verschuift Joep Rozemeyer de oriëntatie van deze twee wegen radicaal. Overtuigend wordt uiteengezet dat vanuit Nijmegen in Romeinse tijd niet strak naar het westen werd getrokken, maar zuidwest. Lugduno blijkt dan ook niet Leiden, hoe trots de stad zelf ook is op deze aangemeten geschiedenis.