Samenvatting
Ad de Jonge (1919-2002) werd als politiek geëngageerd student vrijwel meteen na de meidagen van 1940 actief in het verzet. Al in maart 1941 werd hij in de woning van zijn moeder in Den Haag gearresteerd. De rest van de oorlog legde hij een zwerftocht af door een reeks Duitse gevangenissen en concentratiekampen, waaronder Natzweiler in de Elzas. De Duitse capitulatie kwam voor hem net op tijd. Na 1945 was hij werkzaam bij het partijsecretariaat van de Partij van de Arbeid in Amsterdam. Begin 1952 maakte hij de overstap naar de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), waar hij opklom tot Hoofd van Afdeling B, die de Communistische Partij Nederland (CPN) en daarmee gelieerde organisaties in kaart bracht. Bij de eerste generatie BVD’ers na de oorlog hadden velen tijdens de bezetting hun leven in het verzet geriskeerd. De strijd tegen het communisme was voor hen een logische voortzetting daarvan. Ad de Jonge komt in dit boek uitvoerig aan het woord over zijn oorlogservaringen en zijn loopbaan bij de BVD op basis van interviews afgenomen tussen 1997 en 2001. Persoonlijkheden uit de geschiedenis van de BVD, zoals het eerste diensthoofd Louis Einthoven, bespreekt hij uitvoerig. Hij legt uit hoe de BVD agenten runde binnen de CPN en andere organisaties en hoe de dienst inlichtingenoperaties van communistische tegenstanders als de KGB en de legendarische Oost-Duitse Hauptverwaltung A dwarsboomde. Het levensverhaal van Ad de Jonge is door Ben de Jong opgetekend en van uitvoerig commentaar en begeleidende tekst voorzien.