Samenvatting
‘Ik was vijfentwintig. Toch begon ik al wat vast te roesten in mijn gewoonten; misschien, overpeinsde ik in mijn zeldzame momenten van introspectie, werd ik zelfs een beetje zelfgenoegzaam.’ Daarom neemt Fitzroy Maclean in 1937 afscheid van zijn luxueuze diplomatenleventje in Parijs om op de trein naar Moskou te stappen. Dat is het begin van een verhaal dat menig avonturenroman overtreft en hem van het afgeschermde Centraal-Azië tot de tribunes van de Moskouse zuiveringsprocessen van Stalin voert. Wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, besluit Maclean de ambassade te verruilen voor de legerbarakken. Hij wordt gestationeerd in Noord-Afrika en sluit zich aan bij de kort daarvoor opgerichte Special Air Service (SAS). Na enkele gewaagde missies benoemt Churchill hem in 1943 hoogstpersoonlijk tot zijn contactpersoon bij de Joegoslavische partizanen. Maclean reist naar de besneeuwde bergen van Bosnië en de zonovergoten Dalmatische Eilanden, ondervindt de beproevingen van het zware partizanenbestaan, bouwt een hechte band op met Tito en probeert ondertussen de asmogendheden het leven zo zuur mogelijk te maken. Oostwaarts leest als een geopolitieke thriller met allure en laat zien hoe spannend-tot-de-laatste-bladzijde goede non-fictie kan zijn.