Samenvatting
In 1325 vertrok Ibn Battoeta (1304–1369) uit Tanger voor een pelgrimage naar Mekka. Achtentwintig jaar later keerde hij terug naar Marokko, waar hij met aanstekelijk genoegen zijn avonturen heeft vastgelegd in een levendig en voor die tijd ongewoon persoonlijk verslag. Ibn Battoeta bereisde, naast de Arabische wereld, Afrika, Turkije, de Russische steppen, India, eilanden in de Indische Oceaan en China. Hij maakte zijn reis met praktisch alle destijds bekende middelen van vervoer, en gedurende de achtentwintig jaar heeft hij veel van de klassieke reisontberingen doorstaan: honger, dorst, hitte, eigenaardig voedsel, koude, beroving, gevangenschap, schipbreuk en slecht gezelschap. Maar hij verhaalt ook van prachtige steden, zijn omgang met slavinnen, een huwelijk met een prinses van de Malediven en een langdurige aanstelling als rechter in Delhi. | | | ‘Dit uiterst boeiende reisverhaal komt des te meer tot zijn recht door het levendige commentaar dat de vertaler, Richard van Leeuwen, erdoorheen vlecht. Hij geeft met vlotte pen alle nodige uitleg bij alles wat Ibn Battoeta tegenkomt. De combinatie is een waar genoegen om te lezen. Verzorgde uitgave […].’ – NBD Biblion | | |‘De avonturen en belevenissen van Ibn Battoeta lezen als een avonturenroman.’ – De Groene Amsterdammer | | |‘Hoezo, twintigste-eeuwse reisboeken zijn “in”? Battoeta was pas een reiziger.’ – Twentsche Courant | | |‘Wat een ongemeend boeiend boek is dit, want Battoeta was voor de duvel niet bang en hij had bovendien het bijzondere talent wat hij zag letterlijk en figuurlijk voor de eeuwigheid vast te leggen.’ – Provinciale Zeeuwse Courant