Samenvatting
In de nacht van zaterdag op zondag 1 februari 1953 worden de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden getroffen door een stormvloed die acht procent van Nederland onder water zet. De mensen zien hoe het water steeds hoger komt te staan. Toch gaan de meesten 's avonds gewoon slapen. Maar dan breken om vier uur 's nachts de dijken en wordt het land overspoeld door een metershoge golf water... Ruim twintig jaar later naderen de Deltawerken hun voltooiing. De Oosterschelde is de enige zeearm die nog moet worden afgesloten. De overlevenden van de ramp in 1953 zijn blij dat de zee op die manier wordt tegengehouden, maar de jongere generatie denkt daar heel anders over. Als de getijdenstroom verdwijnt, zal ook een groot deel van de vissen in de Oosterschelde verdwijnen en dat moet voorkomen worden. Twee generaties, twee zienswijzen - één Oosterschelde. Jan Cornelis Terlouw is een Nederlandse fysicus, schrijver en voormalig politicus voor Democraten 66 (D66). Jan Terlouw is gaan schrijven door zijn vrouw. Hij vertelde eerder altijd zelf-verzonnen verhalen aan zijn kinderen. Zijn vrouw Alexandra van Hulst kwam op het idee om ze te gaan publiceren. Zijn eerste boek was Pjotr in 1970. Voor Koning van Katoren ontving hij een Gouden Griffel.