Samenvatting
Toen de dichteres Hanny Michaelis op 11 juni 2007 overleed, werd in haar nalatenschap een groot aantal schriften aangetroffen waarin ze gedurende enkele periodes van haar leven een dagboek had bijgehouden. In 2016 en 2017 verschenen de dagboeken Lenteloos voorjaar en De wereld waar ik buiten sta, beide bejubeld in de pers. Dit voorjaar verschijnt de langverwachte selectie; Lieneke Frerichs en Nop Maas kozen in 400 pagina’s het beste uit Lenteloos voorjaar en De wereld waar ik buiten sta. In haar dagboeken doet Michaelis verslag van haar ervaringen als gymnasiast, als dienstmeisje en als onderduikster. Vanaf de eerste dag dat ze haar dagboek bijhield was er de dreiging van de aanstaande oorlog en vanaf augustus 1942 zat Hanny Michaelis ondergedoken bij verschillende orthodox-protestantse gezinnen, onder een valse naam en steeds in de ondergeschikte positie van dienstmeisje: een cultuurschok van jewelste. In 1943 worden haar ouders gedeporteerd. Over hun lot blijft ze jarenlang in het ongewisse, hoewel ze het ergste vreest. Zij ziet haar jonge jaren voorbijgaan in angst, ongerustheid en emotionele stilstand. Haar belangrijkste troost vindt ze in het schrijven; in de gedichten die ze maakt, maar vooral in haar dagboek.