Samenvatting
Oorlog, geschreven ongeveer twee jaar na Reis naar het einde van de nacht (1932), speelt zich af in Vlaanderen tijdens de Grote Oorlog. Céline schrijft, ergens tussen autobiografie en fictie, over de belangrijkste ervaring van zijn bestaan: het fysieke en morele trauma van het front, in het ‘internationale slachthuis van de waanzin’. We volgen het herstel van Brigadier Ferdinand vanaf het moment dat hij bij bewustzijn komt op het slagveld na ernstig gewond te zijn geraakt, tot aan zijn vertrek naar Londen. In het ziekenhuis van Peurdu-sur-la-lys schudt hij de dood van zich af en ontloopt daarmee het lot dat hem wachtte. Die brute tijd en dat proces van ontgoocheling en bewustwording, die Céline niet eerder in een zelfstandig literair verhaal had beschreven, verschijnen hier in hun rauwste vorm.