Samenvatting
Dit boek laat de onderzoekers van het NIOD zelf aan het woord en beschrijft de complexiteit van de manier waarop we omgaan met de oorlog. Het NIOD doet sinds 75 jaar wetenschappelijk onderzoek naar oorlogsgeweld. Op 8 mei 1945, drie dagen na de bevrijding, opende het instituut zijn deuren. Spoedig daarna volgde de opdracht tot een groot onderzoek naar de net beëindigde oorlog. Dat resulteerde in de bekende boekenreeks Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog van prof. Loe de Jong. De vermaarde historicus was lang het gezicht van het NIOD. Onder zijn leiding verzamelde het instituut talloze overheidsdocumenten, dagboeken, kaarten, kranten, foto’s, brieven en boeken over de Tweede Wereldoorlog en de oorlog in Nederlands-Indië. In 2010 fuseerde het NIOD met het Centrum voor Holocaust- en Genocidestudies onder de nieuwe naam NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Het onderzoeksterrein verbreedde zich daarmee naar brandhaarden als Srebrenica en Syrië. Tot op de dag van vandaag wordt het bronnenmateriaal van het NIOD veelvuldig geraadpleegd en geeft het instituut op eigengereide wijze duiding aan het beladen oorlogsverleden. Het gebeurt geregeld dat NIOD-onderzoek het nieuws haalt en leidt tot politieke en maatschappelijke discussies. Oorlog in onderzoek kwam tot stand onder redactie van Marjo Bakker, Eveline Buchheim, Jeroen Kemperman, Peter Keppy, Hinke Piersma en Erik Somers, allen werkzaam bij het NIOD. De slotbeschouwing is van de hand van Frank van Vree, de huidige NIOD-directeur.