Samenvatting
Een hartig woordje met de directeur van De Sneeuwstorm Journalist: De Sneeuwstorm heeft de tijd, heeft u eens gezegd. Maar bent u nog wel van deze tijd? Directeur: Wie de tijd heeft, hoeft niet per se van deze tijd te zijn. J: Tot wie richt u zich, als ik het vragen mag? D: Tot wie maar in staat en bereid is om te lezen. J: Dat zijn miljoenen mensen. Wordt het geen tijd uw criteria aan te passen? D: Sorry? J: De klassiek-literaire beoordelingscriteria zijn niet langer alleen zaligmakend. Volgens de huidige inzichten in de literatuurwetenschap mogen romans niet meer uitsluitend naar de vorm worden beoordeeld, maar zullen ook morele en maatschappelijke elementen in de beoordeling moeten worden betrokken. D: Allicht. Literatuur weerspiegelt het leven en de daarmee verweven normen en waarden. J: U zult het met me eens zijn dat een roman of een verhaal het leven schildert. Maar beseft u wel dat met ons verhoogde levenstempo de ontwikkelingen zich steeds sneller voltrekken? En dat met die versnelling de veroudering gelijke pas houdt? Een roman of een verhaal is bij wijze van spreken tegenwoordig al uit de tijd voordat de inkt droog is. D: De gedachte dat de ontwikkelingen zich steeds sneller voltrekken is onder de hand al zo’n honderd jaar oud, dat mag ons al te denken geven. En het gaat dan slechts om ontwikkelingen die deel uitmaken van de zogenoemde histoire événementielle. Daarnaast… J: ...onderkennen wij in navolging van de Franse historicus Fernand Braudel de histoire lentement agitée en de histoire presque immobile. De snelle ontwikkelingen van deze tijd, de tijd waarin wij leven, maken deel uit van processen die zich veel langzamer voltrekken, wilt u zeggen, en als de Sneeuwstorm de tijd heeft, dan is dat als het ware een andere tijd, waarvan de duur bepaald wordt door ontwikkelingen die zich veel langzamer voltrekken, maar misschien wel essentiëler zijn. D: U haalt me de woorden uit de mond. J: Niet dat ik het geheel en al met u eens ben. Ik krijg trouwens nu wat je noemt een déja vu. Ik zou bijna zweren dat we dit gesprek al eens eerder hebben gevoerd. D: Dat zou kunnen. Het staat me bij dat wij vroeger al eens de degens hebben gekruist. Sla er maar een van de Vlugschriften op na! J: Och ja, ik zou bijna heimwee krijgen: Vlugschrift 1, Vlugschrift 2, Vlugschrift 3 enzovoort… D: Al meer dan tien jaar geleden verschenen en nog steeds niet verouderd!
‘Wie wat bewaart, die heeft wat,’ schrijft Gerbrand Muller in zijn ‘Vooraf’ bij dit boek. Hij bewaarde in de loop van zijn leven tientallen verhalen die in zijn ogen de toets der kritiek nog niet konden doorstaan met de bedoeling om ze na wat jaren opnieuw ter hand te nemen en er verder aan te werken. ‘Altijd weer met hetzelfde geduld en plezier.’ De verhalen in dit boek hebben ‘de eindstreep gehaald’. Aan sommige verhalen is Muller zo lang geleden begonnen dat ze intussen als ‘historisch’ mogen worden beschouwd: ze spelen zich af in een tijd die nu alweer decennia achter ons ligt. ‘Des te interessanter misschien voor lezers met belangstelling voor het recente verleden.’