Samenvatting
Liefdesverbindingen gebeuren aan ons. Zij zijn de dwarsliggers van de onverwachte sporen die ons leven leiden. En als de wegen van de geliefden dan onverhoopt toch uit elkaar gaan, vervolgens andere huwelijken worden aangegaan, oceanen ertussen gegooid, blijven verbindingen van eertijds ergens op een ongrijpbare plek voortleven. Al had je je ogen uit je hoofd gehuild, rouw kon de liefdesverbinding niet als rook in de lucht laten opgaan. Er is onuitwisbaar in je ziel en lichaam geschreven. Als een klimop geslingerd om een eik, onverbrekelijk deel van je. Hoe kun je die onverbrekelijkheid leven?
In een filosofisch persoonlijke verkenningstocht door crises, verdriet, worstelingen en hechting heen, verkent dit boek mede aan de hand van romans als Stoner (Williams), Liefde in tijden van cholera (Márquez), Geheel de uwe (Palmen) en Kaddisj voor een ongeboren kind (Kertész) het wildleven dat het weefsel van ons liefdesleven is. Het is een ode aan het vermogen ons, soms tegen wil en dank, diepgaand en levenslang te verbinden, ontrukt aan tijd en ruimte. Welja, aan de liefde dus.