Fragment
Wanneer het precies was weet ik niet meer, maar het moet een jaar of 15 geleden zijn geweest. Toen begon ik bewust te ‘oefenen’ om echte volzinnen in het dialect te praten. En dat klonk helemaal nergens naar, maar ik wilde het gewoon leren. Bij ons thuis praatten mijn ouders altijd dialect. Dat wil zeggen; wél met elkaar, maar nooit met mij en mijn zusje. Een bewuste keuze: mijn ouders vonden het beter om ons met de Nederlandse taal groot te brengen – dat leerden we op school immers ook.
Maar hè, wij zijn Tukkers en hebben ons ‘eigen’ dialect. En als je het niet spreekt, is het verdomd lastig om je het eigen te maken. Helemaal op latere leeftijd. Dialect verstaan is écht iets anders dan dialect praten. Toegegeven: ik doe het vaker niet, dan wel. En als het me ook maar iets ongemakkelijk wordt, schakel ik automatisch weer over op Nederlands. Maar ik dénk dan nog wel vaak in het dialect, zonder dat je er erg in hebt. En dan krijg je soms hilarische situaties.
×