Samenvatting
De levensloop van Piet Janssen, geboren in 1937 als zoon van een arme hovenier, biedt een dwarsdoorsnede door de tijd en door de samenleving van Rotterdam, van Hillegersberg in het bijzonder. Daar groeide hij op tegen een decor van de oorlog, de bevrijding en de werf van zijn vader aan de Achterplas. Een stukje land met een opslagschuur, dat was zijn eerste echte leerschool. Na schooltijd liep of fietste hij daar vaak naartoe, om konijnen te fokken en vooral om planten te telen. Dat hij ook hovenier wilde worden wist hij zeker toen zijn leeftijdsgenoten nog geen idee hadden van hun toekomst. Hij werkte bij zijn vader, vervulde zijn militaire dienst bij de Mariniers in Nieuw-Guinea en begon in 1961 voor zichzelf. Dit boek vertelt hoe een Rotterdamse jongen zijn bedrijf opbouwde: beginnend in zijn eentje met geleend gereedschap tot een groot hoveniersbedrijf met ruim tien vaste krachten. Bijzonder is dat Piet en zijn vrouw Marijke gelijktijdig en met veel succes een van Nederlands eerste tuincentra opzetten, aan de Kleiweg in Hillegersberg. Het verhaal gaat behalve over tuinen en planten ook over bizarre klanten, de penoze, de eerste Floriade, de Lentiades, plaatselijke voetbalclubs, nachtclubs, rechtszaken, een prijs in de loterij en over een lange en bonte reeks opdrachten in de marge van het hoveniersvak. Het levensverhaal van Piet Janssen, inmiddels 82 en nog steeds aan het werk, is fascinerend voor iedereen die houdt van tuinen, van mensen en van Rotterdam.