Samenvatting
De invloed van het Europese recht op het nationale privaatrecht wordt steeds belangrijker. In sommige delen van het privaatrecht is die invloed even oud als het EU-recht, maar thans strekt hij zich uit tot het algemene deel van het vermogensrecht. Daarbij gaat het zowel om verdrags- en wetteksten (EU verdragen, verordeningen en nationale wetgeving die richtlijnen implementeert) als om rechtspraak van het Europese Hof van Justitie die daaraan uitleg geeft. Deze bundel over de verhouding tussen Europees recht en nationaal privaatrecht beoogt de praktijkjurist inzicht te geven in de invloed van het Europese recht op het Nederlandse burgerlijk recht. Het belangrijkste doel van de bundel is dan ook om de kennis van die juristen die thuis zijn in het nationale vermogensrecht te completeren met de Europeesrechtelijke aspecten daarvan. Aldus wordt de Europeesrechtelijke dimensie van geldend Nederlands privaatrecht in kaart gebracht. De bundel is verdeeld in een algemeen deel en een bijzonder deel. Beide delen bevatten twee soorten bijdragen. Het algemene deel, dat in het Engels verschijnt, bevat enerzijds (onder A) bijdragen die aandacht besteden aan algemene vraagstukken die van belang zijn voor de interactie van Europees recht en privaatrecht. Onder meer wordt aandacht besteed aan de verschillende vormen van horizontale werking van het EU-recht, de verkeersvrijheden, de algemene beginselen van Unierecht, de grondrechten, de richtlijnconforme interpretatie en ambtshalve toepassing. Anderzijds zijn (onder B) beschouwingen opgenomen over de invloed van het Unierecht op de hoofdgebieden van het algemene vermogensrecht, zoals goederenrecht, overeenkomstenrecht, onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking, alsmede het mededingingsrecht. Het bijzondere deel, dat in het Nederlands verschijnt, bevat enerzijds (onder A) een overzicht van de richtlijnen op het gebied van het algemene vermogensrecht en anderzijds (onder B) bijdragen over de verhouding tussen het Europese recht en een aantal bijzondere rechtsgebieden, zoals vennootschapsrecht, het arbeidsrecht, het verzekeringsrecht, het intellectuele eigendomsrecht, het aanbestedingsrecht, het vervoersrecht, het insolventierecht, het internationale privaat- en procesrecht en het telecommunicatierecht.