Samenvatting
Onderzoeker Michel van Slobbe mengde zich drie jaar lang onder de leden van een Utrechtse voetbalclub in een multi-etnische stadswijk: de 'Voetbalvereniging Onder Ons'. Zijn interviews en verslagen van herkenbare en soms tenenkrommende situaties laten zien hoe de vereniging - ondanks welwillende leden en behulpzame gemeenteambtenaren - gaandeweg uit elkaar valt door gedoe over bier en thee in de kantine, een vechtpartij en een ruziënd bestuur. Hoe komt het toch dat ledengroepen bij sportclubs zich zo moeilijk kunnen onttrekken aan wederzijdse uitsluiting en etnische stigmatisering? De 24 duizend sportverenigingen in Nederland kennen een sterk 'onder ons' karakter. Met het oog op een 'vitale samenleving' zien de overheid en NOC*NSF deze vrijwilligersorganisaties graag als ontmoetingsplaatsen waar burgers samen sporten en hun verschillen overbruggen. Maar het omvormen naar open en gemengde clubs levert vaak onbedoeld problemen op.
Hoe komt het toch dat ledengroepen bij sportclubs zich zo moeilijk kunnen onttrekken aan wederzijdse uitsluiting en etnische stigmatisering? Onderzoeker Michel van Slobbe mengde zich drie jaar lang onder de leden van een Utrechtse voetbalclub in een multi-etnische stadswijk: de ‘Voetbalvereniging Onder Ons’. Zijn interviews en verslagen van herkenbare en soms tenenkrommende situaties laten zien hoe de vereniging – ondanks welwillende leden en behulpzame gemeenteambtenaren – gaandeweg uiteenvalt door gedoe over bier en thee in de kantine, een knokpartij en een ruziënd bestuur. De 24 duizend sportverenigingen in Nederland kennen een sterk ‘onder ons’ karakter. Met het oog op een ‘vitale samenleving’ zien de overheid en NOC*NSF deze vrijwilligersorganisaties graag als ontmoetingsplaatsen waar burgers samen sporten en hun verschillen overbruggen. Maar het omvormen naar open en gemengde clubs levert vaak onbedoeld problemen op. Michel van Slobbe (1972) is docent en onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Sinds 2006 is hij opleider van de Master Sportbeleid en Sportmanagement (USBO).