Samenvatting
Wanneer iemand met wie we verbonden zijn sterft, komen er vragen op ons af als: Waar is de ander nu? Is er leven na de dood, en zo ja, hoe ziet dat er dan uit? Is de verbinding tussen mij en de ander nu definitief verbroken of blijft er ook nu nog een vorm van contact en een verbinding in liefde mogelijk? Niet alleen in de oosterse traditie, ook in de westerse spiritueel-christelijke traditie is er van oudsher veel bekend over het nieuwe leven dat de gestorvene na de dood binnentreedt. De dood wordt gezien als een geboorte, als het begin van een nieuw leven in de geestelijke wereld. In ‘Omgaan met gestorvenen’ vertellen Hans Stolp en Margarete van den Brink hoe het verdergaande leven voorbij de dood er volgens die esoterische traditie uitziet. Zij laten zien welke ontwikkeling de gestorvene in dat nieuwe leven doormaakt en hoe hij of zij stap voor stap toegroeit naar de steeds verdere ontplooiing van het geestelijke lichtwezen dat ieder mens in werkelijkheid is. Op die reis door de geestelijke wereld blijft de relatie van de overgegane met de achtergeblevenen bestaan. Die relatie wordt gesteund en gedragen door de liefde die haar of hem vanaf de aarde wordt toegedragen. Zij kan echter ook gehinderd worden door de onmacht, de woede of het niet loslatende verdriet van hen die achterbleven. Meer dan wij beseffen kunnen wij, die achterblijven, invloed uitoefenen op die tocht en dus op het leven van hen die in het hiernamaals verblijven. Omgekeerd hebben degenen die na de dood in de geestelijke wereld leven grote invloed op de weg die wij mensen hier op aarde gaan.