Fragment
Juist een week voordat de Stille Oceaan bereikt zou worden, deserteerde de San Antonio en keerde naar Spanje terug. De overgebleven drie schepen bereikten op 28 november 1520 de westelijke uitgang van de zeestraat, die Magelhaen Estrecho de Todos los Santos (Allerheiligen kanaal) doopte omdat op 1 november de zeestraat ingevaren was. De uiterst noordwestelijke landpunt van de zeestraat aan de westelijke uitgang noemde Magelhaen Cabo Deseado (‘Kaap van Verlangen’). Het zal inderdaad voor Magelhaen en zijn mannen een emotioneel moment geweest zijn om na een reis van ruim een jaar de uitgestrektheid van de oceaan te aanschouwen. Magelhaen had veel geluk met de weersgesteldheid want in plaats van het vaak onstuimige weer trof Magelhaen een vredige, rustige oceaan aan, die hij daarom Oceano Pacífico noemde. Hoewel in deze Straat westenwinden overheersen moet Magelhaen ook in dit opzicht het geluk gehad hebben van gunstige wind, want zijn doorvaart in 28 dagen is uitzonderlijk kort, daar volgende expedities er soms wel ruim drie maanden over deden. In 1615 zeilt Joris van Spilbergen er in 34 dagen door, in 1587 doet Cavendish er 49 dagen over en Olivier van Noort doet er in 1599 zelfs 116 dagen over. Alleen Drake bereikte in 1578 de Stille Oceaan in slechts 16 dagen. Tijdens zijn doorvaart zag Magelhaen op de zuidelijke oevers dat de inheemse indianen (de Yaghan en Selk’nam stammen) vuren onderhielden en noemde het land daarom Tierra del Fuego (Vuurland). Zijn bemanning kwam tijdens de doorvaart regelmatig aan land waar zij zich tegoed konden doen aan bessen en wilde selderij (Apium australe) waarmee scheurbuik grotendeels kon worden vermeden of genezen.
×