Samenvatting
Nadat ik in 2001, na drie maanden, werd ontslagen uit het ziekenhuis, was ik onbewust van wat me te wachten stond. Ik was wakker geworden uit een coma, waarin ik een tijd hersendood was geweest en moest eerst revalideren. Ik moest mezelf weer leren verzorgen en koken. Ik was 52jaar oud en in het ziekenhuis was ik weer uit de luiers gekomen en had weer leren praten, lopen en zelf eten. Mijn oriëntatie, identiteit en ¼ van mijn hersenen waren weg. Daarvoor in de plaats had ik een heftige vorm van epilepsie en pittige angsten teruggekregen. Dat resulteerde in veel medicatie, waar ik redelijk duf van werd. Op mijn weg terug, heb ik veel achtergelaten, maar ook gigantisch veel gevonden. Dat maakte het uiteindelijk een prachtige reis. Wat ik vond wilde ik graag delen, dat resulteerde in 2007 in een boekje dat werd uitgegeven. Nu, acht jaar later, ontstond dit tweede boekje, omdat ik sindsdien op een andere manier naar onze maatschappij ben gaan kijken. Onze maatschappij functioneert niet op een manier waar we allemaal blij van worden en ik denk nu te begrijpen waarom. Het kan best confronterend zijn, want het betekent dat we ook naar onze eigen verantwoordelijkheden en rol in het grote geheel moeten kijken. En die rol is belangrijker dan ons verteld is. Peter.